WE ZIJN WEER THUIS I:
De Nederlandse Botheid
{HP/DE TIJD, 6 december 2002}
Na zes jaar New York keerden de journalisten Jeroen van Bergeijk en Remke de Lange terug naar Nederland. Beurtelings beschrijven ze hun verbazing over het land dat ze aantroffen.
Op de tweede dag na mijn aankomst in Amsterdam wandel ik,
gelukzalig als een toerist in eigen stad, over de Dam. Met de kinderwagen raak
ik het been van een voetganger. Beleefd verontschuldig ik me, maar van excuses
wil mijn opponent niet horen. “Je moet goddome uitkijken” blaft hij me woedend
toe.
Wat is het toch met de Nederlandse botheid? In de eerste twee weken na mijn
terugkeer naar Nederland ben ik vaker van de sokken gereden door fietsers en
brommers, lomp behandeld door horecapersoneel, is mijn kind van peuterleeftijd
vaker grofweg aan de kant geduwd door Albert Cuyp-trutten en heb ik meer
agressieve woordenwisselingen meegemaakt, dan mij in jaren is overkomen. Het
klinkt absurd, maar ik kom terug uit notabene New York en heb onmiddellijk
behoefte aan een assertiviteitstraining. Vooral Amsterdammers gaan er prat op
goed gebekt te zijn en denken dat de ‘maak plaats’-mentaliteit nu eenmaal bij
het grotestadsleven hoort. Complete onzin. Het enige wat ze doen is hun eigen
omgeving verzieken. Ik loop met mijn zoontje in de Jordaan. Een postbode fietst
ons op het trottoir tegemoet. “Kijk nou, een fiets op de stoep”, zeg ik hardop,
terwijl we snel opzij stappen om een botsing te voorkomen. “Muil houden!”
klinkt het nijdig achter ons. Muil houden??? Wacht even. Dit is geen lamlendige
pizzakoerier. Dit is een postbode, zo iemand die in gestreepte polo mede namens
de overheid onze post bezorgt.
En zo gaat het maar door. In de supermarkt
knallen mensen ongegeneerd hun karretjes tegen je aan, als je een deur voor iemand
openhoudt kun je een bedankje wel vergeten, op de markt wordt er voorgedrongen
alsof het een nationale sport is en in het verkeer kun je ieder moment de meest
vreselijke verwensingen naar je hoofd geslingerd krijgen. Het meest
verontrustende is dat Nederlanders gewend zijn aan dit soort incidenten. “Ach
ja, het is wat” is doorgaans de reactie wanneer ik oprecht geschokt mijn
verhaal doe.
Mijn vraag is: waar komt die agressie in Nederland vandaan? Waarom
is iedereen zo boos? Behalve mooi weer en ruimte ontbreekt het Nederlanders aan
niets. Ruimtegebrek is natuurlijk een serieuze kwestie. Ik snap dat het je soms
allemaal teveel wordt. Overal waar je kijkt zijn mensen, in Amsterdam alleen al
een kleine miljoen boven op elkaar. Om gek van te worden. Ter vergelijking: in
New York wonen acht miljoen mensen. Maar dit soort alledaagse agressie
heb ik er in al die tijd nauwelijks meegemaakt. Toegegeven, Newyorkers staan
natuurlijk niet bekend om hun dorpse vriendelijkheid. Het Newyorkse verkeer is
onbeschrijfelijk. Ieder uur dat je je in die bandeloze jungle stort temidden
van krankzinnige taxichauffeurs en andere wegpiraten, kost je een maand van je
leven. En oké, als je niet snel genoeg een metro uitstapt word je door de
menigte die zich naar binnen dringt platgewalst. En ja, in een broodjeszaak
moet je snel met je bestelling komen of je mag weer achterin de rij gaan staan.
Alles in New York wordt ondergeschikt gemaakt aan een dynamische jachtigheid
die twijfel of bedachtzaamheid tot onbruikbare eigenschappen maakt. Newyorkers
zijn assertief. Maar niet agressief.
Kijk, als je met teveel mensen te weinig ruimte moet delen kun je twee dingen doen. Je kunt kafferend door het leven gaan in de hoop dat men voor je aan de kant gaat, of je kunt kiezen voor een strategie die de meeste Newyorkers hanteren. In New York heerst de ongeschreven regel dat je buiten elkaars bewegingsruimte blijft. In de praktijk gaat dat zo.
Je staat in de supermarkt naar de aangeboden waren te kijken. Iemand moet
noodgedwongen voor je langs. De ander zegt dan ‘Excuse me’, waarop jij
met een vriendelijk grommetje de ander vergeeft dat ie tijdelijk je uitzicht
belemmert. Als een hond zich ongewenst aan je opdringt of naar je kind blaft
kun je rekenen op oprechte, herhaalde excuses van de eigenaar. Onbedoeld fysiek
contact is uit den boze en wordt onmiddellijk gevolgd door nadrukkelijke
verontschuldigingen van alle partijen. Een Newyorkse vriend van mij heeft zelfs
een theorie dat er in zijn stad zoveel zwart wordt gedragen uit behoefte aan
ongenaakbaarheid. Mensen in een miljoenenstad willen niet opvallen en met rust
gelaten worden. Pure overlevingsdrang.
Veel Nederlandse toeristen ergeren zich
in Amerika wild aan opmerkingen als “Hi, how are you today?” en “Can
I help you?” waarmee je in winkels en restaurants wordt begroet. Ze doen het af als truttige aanstellerij,
louter bedoeld om je meer fooi uit de zak te kloppen. Natuurlijk heeft die
vriendelijke beleefdheid bijbedoelingen. Een cynische verklaring is keihard
kapitalisme en angst. Als je vriendelijk bent verdien je meer en als je afstand
houdt, maak je minder kans op een mes in je rug. Maar maakt dat die beleefdheid
minder aangenaam? Als ik moet kiezen tussen geveinsde vriendelijkheid en
oprechte onbeschoftheid, dan weet ik het wel. Wat maakt mij het uit wat de
reden is, Newyorkers hebben tenminste manieren.
zie ook:
Deel 2: de Nederlander en zijn interieur
Deel 3: de Nederlander en zijn kinderen
Deel 4: de klagende Nederlander
Remke de Lange
|