GOD IN PASTELTINTEN
{NRC Handelsblad, Achterpagina, 8 maart, 2004}
De fel gekleurde boodschap is al van kilometers afstand zichtbaar. “GOD IS LOVE” schreeuwt het je in roze en rode reuzenletters van verre tegemoet. Dit is Salvation Mountain, een van top tot teen beschilderde berg, middenin de Californische Sonoran Desert, een kleine honderd kilometer ten noorden van de Mexicaanse grens. Salvation Mountain, eigenlijk meer een heuvel dan een berg, is het levenswerk van Leonard Knight (72), oorlogsveteraan, manusje-van-alles, maar vooral verspreider van Gods woord in opgewekte pasteltinten.
Van een afstand oogt Salvation Mountain als een gigantisch half gesmolten kinderijsje. Eenmaal dichterbij blijkt het uiterlijk van de ‘berg’ te bestaan uit bloemen, bomen, watervallen en groene valleitjes. Knight heeft allerhande afval in de berg verwerkt: van oude autobanden, stopverf, wieldoppen, koelkasten, sloophout, cement tot complete telefoonpalen (waarvan hij een enorm kruis heeft vervaardigd). Maar het zijn vooral de talloze bijbelteksten die opvallen. Naast het enorme GOD IS LOVE, roept de berg de bezoeker op tot inkeer te komen en Gods woord te aanvaarden. Verder is Knight nogal ingenomen met het Onze Vader, Johannes 3 vers 16 en Handelingen 2 vers 38. In de twintig jaar dat Knight aan Salvation Mountain werkt, heeft hij zijn berg zien uitgroeien tot een bescheiden toeristische attractie. Op een goede dag komen er zo’n 150 mensen op bezoek.
Anders dan je zou vermoeden is Knight geen fanatieke godsdienstwaanzinnige maar een aimabele man die elke voorbijganger persoonlijk begroet. “Howdy, welcome to the mountain.” Pogingen bezoekers actief te bekeren onderneemt hij niet. “Dat doet mijn berg beter dan ik”, zegt de gebruinde bejaarde desgevraagd. Knight lijkt wel een moderne Johannes de Doper: net als de prediker is hij de woestijn in getrokken om Gods woord te verspreiden en leeft hij uiterst ascetisch. Hij woont in de bak van een antieke pick-up truck waarop hij een van een paar schotten een hut heeft getimmerd. Zijn dieet bestaat uit crackers, pindakaas en water. Hij vraagt geen toegangsgeld en leeft van wat voorbijgangers hem geven.
Salvation Mountain ontstond toen hij begin jaren tachtig met een luchtballon een tocht door de woestijn maakte en precies op deze berg een noodlanding moest maken. In die tegenvaller zag hij een teken van God en besloot van de berg zijn tempel te maken. Met alleen de berg is Knight ondertussen al lang niet meer tevreden. Zijn krakkemikkige auto is met godsdienstige leuzen beschilderd, evenals zijn tractor. Drie jaar geleden bouwde hij een kapelletje in de vorm van een iglo, ook weer met hetzelfde opzichtige kleurenschema versierd. En zijn laatste project is een reproductie van de ballon waarmee het allemaal is begonnen, opgetrokken uit balen stro bedekt met adobe, een soort gedroogde klei.
Zijn grootste bron van zorg is het onderhoud van Salvation Mountain. Door de felle woestijnzon (’s zomers wordt het hier 45 graden) verbleken de kleuren en daarom moet de berg voortdurend worden overgeschilderd. Tel daarbij op dat zijn ‘canvas’ nogal poreus is – de berg bestaat niet uit een zeer erosiegevoelig zandsteen – en het verbaast niet dat Knight in de afgelopen twee decennia al zo’n 400.000 liter verf heeft verbruikt. Hij schat dat hij er zo’n vijftien lagen verf op Salvation Mountain zitten. Die verf krijgt hij van bezoekers en de bewoners van het naburige dorpje Niland. Het maakt niet uit wat voor verf, alles neemt hij aan. En juist die nonchalance heeft hem recentelijk in de problemen gebracht. Na enkele bodemproeven classificeerde de milieudienst van Californië Salvation Mountain als een “toxic nightmare” die in zijn geheel afgegraven zou moeten worden. Na hevig protest uit de omgeving, en van diverse culturele instituten in Los Angeles lijkt deze dreiging nu even van de baan. Maar de toekomst van Salvation Mountain is verre van zeker – al was het alleen maar omdat het land waarop Knights levenswerk staat staatseigendom is. Maar Knight gelooft dat God hem een handje zal helpen en alles uiteindelijk op zijn pootjes terecht zal komen. “I just keep working and praying.”
Jeroen van Bergeijk
|