`ALS WE ONS BLIJVEN VOLPROPPEN, ONTPLOFFEN WE'
{NRC Handelsblad, Zaterdags Bijvoegsel, 23 juni, 2001}
Elke dag bezoekt een kwart van de Amerikaanse bevolking een fastfoodrestaurant.
De gemiddelde Amerikaan eet drie hamburgers en vier porties friet per week.
Amerikanen geven jaarlijks zo'n 110 miljard dollar uit aan fast food, dat is
meer dan wordt gespendeerd aan films, video's, cd's, boeken, kranten en
tijdschriften bij elkaar. Je zult inderdaad hard moeten zoeken om in Amerika een
dorp of stad te vinden zonder McDonald's, Taco Bell of Pizza Hut.
Maar achter het glanzende, fel verlichte, plastic uiterlijk van de
fastfoodrestaurants gaat een misselijkmakende wereld schuil, onthult
onderzoeksjournalist Eric Schlosser in zijn boek Fast Food Nation. Zijn
aanklacht over `de donkere kant van de Amerikaanse maaltijd' is een mengeling
van verslaggeving, geschiedschrijving en bronnenonderzoek. Schlosser verkent het
traject van aardappel tot frietje en van koe tot hamburger. Hij gaat op bezoek
bij smaakstoffenfabrieken die de `natural flavors' van gegrilde hamburgers
maken. Hij beschrijft de mens- en dieronterende omstandigheden in enorme
slachthuizen. Hij vertelt over de muizen en kakkerlakkenplagen in
fastfoodrestaurants. Maar hij analyseert ook hoe dankzij het aanschafbeleid van
McDonalds (het bedrijf is de grootste inkoper van aardappels en varkens- en
rundervlees) de kleine onafhankelijke boer plaats heeft moeten maken voor enorme
agrarische conglomeraten.
Na lezing van Fast Food Nation bedenk je je wel drie keer voor je nog een keer
in een fastfoodrestaurant gaat eten. Als je weet wat er precies in
hamburgervlees zit, hoe onhygiënisch de slachterijen zijn, en hoe onsmakelijk
het er in de keukens van McDonald's en consorten aan toe kan gaan dan ben je
voorgoed genezen van je behoefte aan hamburgers met patat.
Snijwonden
Schlosser (41) woont in New York. Hij is net teruggekeerd van een bezoek aan
Texas, de bakermat van de vleesverwerkende industrie waar een kwart van alle
runderen van Amerika wordt geslacht. Voor het alternatieve tijdschrift Mother
Jones heeft hij een reportage gemaakt over de werkomstandigheden in enkele
vleesverwerkende fabrieken. Schlossers werk - eerder schreef hij een bekroonde
serie artikelen over de marihuanateelt in het midwesten en de migranten in de
agrarische industrie van Californië - past in de muckraking traditie van de
eerste helft van de vorige eeuw. De muckrakers waren onderzoeksjournalisten die
begaan waren met het lot van sociaal zwakkeren en gaven met hun werk de aanzet
tot veel Amerikaanse sociale wetgeving.
De boosheid straalt van Schlossers gezicht als hij vertelt wat hij aantrof in
Texas. ,,Wat zich afspeelt in de thuisstaat van George W. Bush valt met geen pen
te beschrijven', zegt hij in de Old Town Tavern, een haast Amsterdams bruin café
in downtown New York. ,,De situatie daar is nog veel erger dan ik in mijn boek
beschrijf. Volgens officiële cijfers raakt één op vier werknemers in de Texaanse
vleesverwerkende industrie gewond, maar in werkelijkheid liggen die getallen nog
hoger. Deze industrie vermaalt letterlijk haar werknemers, grotendeels
immigranten die geen Engels spreken en tegen minimumloon werken. Ik heb met
mensen gesproken die hun handen zijn kwijtgeraakt, hun benen brakenen vreselijke
snijwonden opliepen. Deze mensen hebben het gevaarlijkste beroep van Amerika. Ze
lopen veel meer risico om tijdens hun werk te overlijden dan politiemensen. En
alsof dat nog niet genoeg is, krijgen ze vaak ook geen
arbeidsongeschiktheidsuitkering of vergoeding voor medische ingrepen. It's
really fucked up there.'
Fijngemalen beenmerg
In Europa krijgt McDonald's nog regelmatig kritiek te verduren, maar in de
Verenigde Staten gebeurde dat totnutoe zelden. Daar heeft Schlosser met zijn
boek verandering in gebracht. Tegen alle verwachtingen groeide Fast Food Nation
uit tot een bestseller. Kranten en tijdschriften reageerden onthutst op zijn
bevindingen. Zijn conclusie dat hamburgers fijngemalen beenmerg, botten en zelfs
koeienstront bevatten, en een uiterst efficiënt middel zijn voor de verspreiding
van ziekteverwekkers als E.coli en salmonella, zorgde voor afgrijzen alom.
,,Niemand had verwacht dat dit een bestseller zou worden. Maar wat me stoort, is
dat de publiciteit rond het boek zich toespitste op het vraagstuk van
voedselveiligheid. Mensen waren kennelijk nogal geshockeerd door het `there's
shit in my meat'-gehalte. Maar dat is maar een klein deel van het verhaal. Het
gaat mij er niet om mensen bang te maken. Wat ik wil laten zien is hoe voedsel
wordt geproduceerd, hoe mens- en dieronterend de omstandigheden zijn, en wat de
gevolgen daarvan zijn. Niet om mijn eigen bevindingen te ondergraven, maar je
loopt een groter risico als je in New York een taxi neemt dan als je een
hamburger eet.'
Vegetariër is Schlosser niet geworden. Maar in fastfoodrestaurants komt hij niet
meer. ,,Hamburgers waren mijn favoriete eten. Ik at voortdurend bij McDonald's
en nam er zelfs mijn kinderen mee naar toe. De frietjes vind ik nog altijd
lekker en voor mijn gezondheid ben ik niet bang. Ik eet niet meer bij McDonald's
omdat ik deze verwerpelijke industrie mijn centen niet gun. Voting with your
dollars noemen we dat hier. En dat moet aangezien voting with your vote in dit
land niet zoveel verschil lijkt te maken.'
Indrukwekkend zijn Schlossers beschrijvingen van de alledaagse praktijk van de
fastfoodindustrie. Voor zijn boek werkte hij in fastfoodrestaurants. Hij sprak
daar met jeugdige werknemers die door de onhygiënische omstandigheden zelf nooit
in hun eigen restaurant zullen eten. Hij bezocht onafhankelijke veeboeren die
zich verzetten tegen industriële veeteelt en nauwelijks het hoofd boven water
kunnen houden. Bij een clandestien bezoek aan een smerige slachtfabriek baggerde
hij tot zijn enkels door het bloed en zag hoe de inhoud van darmen bij het
slachten over het vlees spetterde.
Hoewel geen enkele bedrijfstak van de fastfoodindustrie er gunstig vanaf komt,
reserveert Schlosser zijn grootste woede voor de vleesverwerkende industrie.
,,Deze bedrijfstak is zó kortzichtig. Men laat zich uitsluitend leiden door
kwartaalwinsten. Neem BSE. Het is puur geluk dat we in dit land nooit
gekkekoeienziekte hebben gehad. Wij hebben precies hetzelfde gedaan als de
Britten. Jarenlang hebben we slachtafval van koeien aan koeien gevoerd. Je zou
toch verwachten dat we nu geen koeien meer aan varkens zouden voeren en geen
varkens meer aan koeien. Maar dat gebeurt nog steeds. Deze praktijken zijn
verboden in Europa en Canada, de Amerikaanse industrie gaat er vrolijk mee
verder. Maar de hoeveelheid geld die ze uitspaart met het voeren van slachtafval
staat in geen verhouding tot de kosten van een uitbraak van de
gekkekoeienziekte. We gebruiken hier ook nog steeds machines om het laatste
beetje vlees van botten te schrapen. In Europa zijn zulke machines verboden,
omdat je stukjes bot en beenmerg in het vlees krijgt.'
Volgens Schlosser blijft het niet bij achterhaalde en ronduit gevaarlijke
produktiemethoden. De Amerikaanse vleesverwerkende industrie heeft in het
verleden meermalen bewust bedorven partijen vlees verkocht aan
fastfoodrestaurants, supermarkten en scholen. Eén van de meest schokkende zaken
die Schlosser achterhaalde, is dat de Amerikaanse overheid niet de bevoegdheid
heeft om besmet vlees uit de schappen van de supermarkt te laten verwijderen.
,,De overheid kan automakers dwingen auto's terug te halen. Ze kan
speelgoedfabrikanten dwingen speelgoed van de winkelschappen te halen. Maar de
overheid kan de vleesverwerkende industrie niet dwingen bedorven vlees weg te
halen. Ze kan zelfs geen boetes opleggen.'
Oprah Winfrey
Gezien de explosieve inhoud van het boek wekt het verbazing het dat Schlosser en
zijn uitgever niet voor het gerecht zijn gedaagd. Verschillende staten hebben
zogenoemde veggie libel laws. Zonder `redelijk' wetenschappelijk bewijs is het
strafbaar om kritiek op vleesproducten te leveren. De vleesverwerkende industrie
is dolblij met die wetten en schakelt bij kritiek onmiddellijk juristen in. Zo
spande de Texaanse vleesindustrie in 1998 een rechtszaak aan tegen Oprah
Winfrey, nadat de talkshowhost in haar praatprogramma had aangekondigd nooit
meer gehakt te zullen eten uit vrees voor de gekkekoeienziekte. Was Schlosser
niet bang voor een rechtszaak? ,,Ik hield er wel rekening mee, maar bang was ik
niet. De feiten kloppen, ik wist dat alles wat ik had opgeschreven waar was.'
In de Amerikaanse pers is Fast Food Nation veelvuldig vergeleken met The Jungle
van Upton Sinclair. In dit klassieke exposé uit 1906 schetst de auteur wat zich
afspeelt in de slachterijen van Chicago, destijds het middelpunt van de
vleesverwerkende industrie. Hij beschrijft onder meer hoe een man in een machine
valt en tot reuzel wordt vermalen. De fabriek draait door en het varkensvet
belandt op de schappen. The Jungle leidde tot wetten die de veiligheid van het
Amerikaanse vlees moesten garanderen. Zou Fast Food Nation eenzelfde effect
kunnen sorteren? ,,De politiek situatie van begin deze eeuw valt niet te
vergelijken met die van nu. President Theodore Roosevelt was niet bang om op
basis van een boek een machtige industriële sector aan banden te leggen. De kans
dat de regering Bush de vleesverwerkende industrie aanpakt is nihil. De
industrie heeft zich altijd gesteund geweten door de conservatieven in het
congres.'
Schlosser houdt de fastfoodindustrie medeverantwoordelijk voor de
zwaarlijvigheid onder Amerikanen. Meer dan de helft van volwassen Amerikanen is
nu te dik, in de jaren zestig was dat een kwart. In 2001 is een kwart van de
Amerikaanse kinderen te zwaar, in de jaren zeventig was dat nog maar een
achtste. In diezelfde periodes nam ook de fast food industrie in omvang toe. Dat
lijkt overtuigend, maar zijn fast food restaurants werkelijk schuldig aan de
`zwaarlijvigheidepidemie' in Amerika? ,,De verantwoordelijkheid voor het
ongezonde voedsel van fastfoodrestaurants ligt niet alleen bij de industrie.
Zonder consumenten zouden ze niet bestaan. Maar wie zijn die consumenten? Fast
food is het eten van de armen, van slecht opgeleide overwerkte mensen die geen
tijd hebben om hun eigen eten te klaar te maken. Elke dag krijgen die mensen via
de massamedia een enorme hoeveelheid fastfoodmarketing over zich heen gestort.
Maar voor alternatieven voor fast food worden nauwelijks geadverteerd. Vooral de
op kinderen gerichte marketing en het eten dat fastfoodketens aan kinderen
verkopen is absoluut verwerpelijk. Het is onverdedigbaar dat ze bewust aan
drie-, vierjarigen voedsel verkopen met een onvoorstelbaar hoge vet- en
zoutgehaltes. De alcohol- en tabaksindustrie mag terecht geen kinderreclame
maken. Zo'n verbod zou er ook voor de fastfoodindustrie moeten komen.'
Niet gezond, wel lekker
Fastfoodketens zouden hun eten minder ongezond kunnen maken, bijvoorbeeld door
het vetsubstituut Olestra te gebruiken. Daarmee kun je een zo goed als
cholesterolvrij patatje bakken. Maar Schlosser heeft weinig vertrouwen in
diet-snacks. ,,Waarom smaakt friet zo goed? Omdat het vet is. Fast food
appelleert op een haast instinctief niveau aan onze hang naar vet, zout en
suiker. Persoonlijk vind ik de friet die gebakken is in dierlijk vet het
lekkerst, maar dat is het meest ongezonde spul dat je je kunt voorstellen. Ik
geloof niet in zo'n wetenschappelijk benadering van het probleem. We moeten een
andere mentaliteit bewerkstelligen. En dat is: okay, patat is niet echt gezond
maar het is hartstikke lekker en ik eet het zo nu en dan. Je hoeft niet vier
keer per week een supersize order naar binnen te werken.'
Schlosser heeft een heel simpel advies: don't buy the stuff. Ook dringt hij aan
op betere voorlichting aan onwetende consumenten. ,,We moeten beginnen bij het
onderwijs. Veel schoolkantines serveren fast food dat in niks verschilt van het
aanbod bij McDonald's. Maar langzaam begint men zich te realiseren hoe
gevaarlijk de zwaarlijvigheid onder de Amerikaanse jeugd is. Als je in je
tienerjaren te dik bent, is het heel moeilijk dat ooit nog terug te draaien. Als
het besef van gezonder eten begint te groeien, zullen de fastfoodketens hun menu
moeten aanpassen. Anders zullen ze klanten verliezen.'
Dat laatste lijkt al te gaan gebeuren. McDonald's heeft het afgelopen jaar al
diverse keren haar winstverwachtingen naar beneden moeten bijstellen. Vorig jaar
bleef voor het eerst in de geschiedenis van de fastfoodindustrie het aantal
klanten gelijk. ,,Dat zijn uiterst significante cijfers. De beurswaardering van
deze bedrijven is grotendeels gebaseerd op hun groeipotentie. Als de rek eruit
is, zal Wall Street daarop reageren. Met alle gevolgen van dien. Toekomstige
geschiedkundigen zullen de huidige fastfoodindustrie als een typisch fenomeen
van de twintigste eeuw beschouwen. Ik denk dat deze industrie zijn top heeft
bereikt.'
Schlosser eindigt met een waarschuwing. ,,De situatie moet echt verbeteren. Ken
je die Monty Python-film The Meaning of Life? Daarin zit een kerel in een
restaurant die zich zo volpropt dat hij ontploft. That's what might happen
here.'
© Jeroen van Bergeijk
|