|
KEVIN MITNICK: "DARK SIDE HACKER" OF "TOFFE PEER"?
De arrestatie van de 31-jarige Kevin Mitnick op 17 februari 1995 haalde wereldwijd het nieuws. Het was dan ook niet niks wat 'cybersleuth' Tsutomu Shimomura voor elkaar had gekregen: de opsporing van "'s wereld meest gezochte hacker". Kevin Mitnick werd in de media afgeschilderd als de verpersoonlijking van het kwaad dat computerkrakers aanrichten. Hij was de "dark side hacker", "the John Dillinger of the computer underground". Kortom, een levensbedreiging voor de online mensheid. Maar nu anderhalf jaar later de hype is verstomd, ontstaat een ander beeld van Kevin Mitnick. Op het eerste gezicht hebben we bij de vangst van Kevin Mitnick te maken te maken met een klassiek geval the good guys against the bad guys. Kevin Mitnick was een van de meest beruchte hackers ter wereld: die naar believen elk computersysteem kon binnendringen. Vanaf zijn jeugd was hij gefascineerd door telefoons en computers, een hobby die hem na vele aanvaringen met de politie in
Of toch niet. Want was Kevin Mitnick wel die vreselijk misdadiger waarvoor hij versleten wordt in Takedown. En wat bezielde de hacker? Kortom, wie was Kevin Mitnick? Uit het boek leren we niks over de achtergronden en motieven van de hacker. Op zijn best is hij niet veel meer dan een schim, op zijn slechtst een gefrustreerde supercrimineel. Voor zinnige informatie over Kevin Mitnick zullen we ons tot andere bronnen moeten wenden. De vraag wie de persoon Kevin Mitnick is, de vier boeken over hem ten spijt, is moeilijk te beantwoorden. Want Kevin Mitnick is met vele mythen omgeven. De bron van alle fantastische verhalen is voor een groot deel terug te voeren op het eerste boek dat over hem werd geschreven: Cyberpunk uit 1989 van Katie Hafner en haar toenmalige echtgenoot John Markoff. In dit boek - waaraan Mitnick overigens niet heeft meegewerkt - wordt Kevin voor het eerst The Dark Side Hacker genoemd, een term die in latere jaren hardnekkig blijft opduiken. Hafner en Markoff schetsen een beeld van een aan junk-food verslaafde, eenzame jongen die nergens zoveel genoegen in schept als het terroriseren van onschuldige mensen. Zijn daden zijn bovendien ongekend: geen computersysteem lijkt veilig voor Mitnick en ook het telefoonsysteem kent hij als zijn broekzak. Zo zou hij de telefoons van mensen aan wie hij een hekel had, hebben gemanipuleerd. Als de hoorn van de haak werd genomen, hoorde het slachtoffer: "Please deposit 20 cents!. Een ander berucht wapenfeit was het kraken van een helplijn. Wanneer een argeloze opbeller een vraag had, kreeg hij of zij Mitnick aan de lijn. Deze vroeg dan "Bent u zwart of blank? We hebben daar namelijk aparte bestanden voor." Maar feit en fictie zijn niet altijd duidelijk te scheiden. Hafner en Markoff lijken het niet altijd even nauw met de waarheid te nemen. Ze verwerken een aantal mythen in het boek zonder daarvoor bewijs te leveren. Zo zou Mitnick hebben ingebroken in de computer van het North American Air Defense Command, een incident dat later zou hebben geresulteerd in de film Wargames waarin een jonge hacker (gespeeld door Matthew Broderick) bijna de Derde Wereldoorlog ontketent. Niet alleen zegt scenarioschrijver Larry Lasker dat Mitnick nooit de inspiratiebron voor de deze film is geweest, er is bovendien geen enkel bewijs voor deze kraak. Zo zijn er meer incidenten - afgesloten telefoonlijnen, veranderde telefoonnummers en gemanipuleerde creditcards - die aan Mitnick worden toegekend, maar waarover feitelijk niets vast staat. Maar na het verschijnen van Cyberpunk krijgen de mythen en geruchten de status van feiten.
Maar als ook Cyberpunk een verkeerd beeld geeft van Kevin Mitnick, wie is hij dan wel. Om te beginnen was Kevin Mitnick helemaal niet de computerwhizzard als wel wordt aangenomen. Uit alles blijkt dat zijn technische kennis niet bijzonder groot was. In de herfst van 1994 kende hij bijvoorbeeld WWW nog niet. Zijn grootste vaardigheid daarentegen lag in het zogeheten social engineering. Dat wil zoveel zeggen als iemand verbaal zo bewerken dat hij of zij jou die informatie geeft waarnaar je op zoek bent. Social engineering vereist bluf en acteervermogen, twee eigenschappen die Mitnick als geen ander bezat. Rop Gonggrijp, een van de oprichters van de internetprovider XS4ALL en het hackerstijdschrift Hacktic, bevestigt dat beeld. "Kevin wist precies waar de zwakke plekken in de beveiliging zaten. Hij wist altijd wie hij moest bellen om te horen wat hij wilde weten. Kevin kon iedereen op elke plek alles laten vertellen en ze het gevoel geven dat ze niks verkeerd hadden gedaan. Hij is iemand die zich over de telefoon als generaal voordoet, vreselijk begint te vloeken en te tieren en net zolang aanhoudt tot hij een officier van een of andere geheime dienst zover krijgt dat hij zijn password afgeeft." Gonggrijp ontmoette Mitnick in Las Vegas toen hij samen met de hoofdredacteur van het roemruchte hackersblad 2600 Eric Corley (alias Emmanuel Goldstein) in 1990 een paar maanden door het Zuidwesten van Amerika trok. Gonggrijp bezocht met Mitnick een casino - "ik verloor alsmaar, maar Kevin ging met een paar honderd dollar naar huis" - en onderhield in de daarop volgende jaren via e-mail en de telefoon regelmatig contact met de voortvluchtige. Maar wat bezielde Mitnick nu eigenlijk dat hij maar bleef doorgaan met het kraken van computers en telefoons. Hij moest toch weten dat hij vroeger of later tegen de lamp zou lopen en er niet meer zo makkelijk onderuit zou komen als voorgaande keren. Gonggrijp: "Ik denk dat het leven on the run hem ook wel beviel. Hij had er veel plezier in de jagers voor te blijven, zijn achtervolgers te begluren. Maar uiteindelijk weet ook ik niet wat hem bezielde, waarom hij zijn kick in het hacken bleef zoeken. Hij leefde een redelijk normaal leven. Hij had allerlei baantjes: computers onderhouden, software installeren, dat soort dingen. Je zou denken dat hij bij elke straathoek achterom keek en altijd zijn koffer met kleren had klaarstaan om elk moment te kunnen verdwijnen. Maar dat was niet zo. Hij bleef wel steeds verhuizen. In feite was zijn leven niet veel anders dan dat van jou of mij. Nog enkele dagen voordat hij werd gepakt, spraken we over de mogelijkheid dat hij naar Nederland zou komen. We spraken vaak over welke uitleveringsverdragen tussen Nederland en Amerika bestonden. Maar uiteindelijk wilde hij toch niet naar Europa komen. Hij zou Amerika teveel missen, zei hij."
Naast Cyberpunk en Takedown zijn nog twee boeken over Kevin Mitnick geschreven: The Fugitive Game van Jonathan Littman en The Cyberthief and the Samurai van Jeff Goodell. Beiden boeken zijn vooral interessant omdat ze een genuanceerder beeld van Mitnick schetsen. Beide auteurs zijn vooral geïnteresseerd in de rol van verslaggever John Markoff. In hackerskringen wordt Markoff gezien als degene die medeoorzaak was van de arrestatie van Mitnick. Na het verschijnen van Hafner en Markoffs Cyberpunk zijn de verhoudingen tussen de verslaggever en de hacker ernstig verstoord. Mitnick en zijn vrienden refereren aan het boek als "Cyberpuke" en "Cyberjunk". De hacker en de verslaggever hebben zo nu en dan telefonisch contact en wisselen e-mail uit. Totdat in 1994 een deel van Markoffs persoonlijke e-mail in een nieuwsgroep opduikt. Een paar maanden later schrijft Markoff zonder duidelijke aanleiding een artikel over "Cyberspace Most Wanted" waarin de oude mythen weer worden opgerakeld en wordt gesuggereerd dat Mitnick opnieuw heeft ingebroken in een aantal computersystemen. Alle hoop die Mitnick daarvoor had op een rustig, anoniem leven is daarmee vervlogen want zijn foto belandt nogmaals op de voorpagina van The New York Times.
Het meest verbazingwekkende aan de affaire Mitnick is hoe hij tot zulk een symbool van kwaadaardigheid heeft kunnen uitgroeien, hoe Kevin Mitnick de verpersoonlijking van het hackerkwaad heeft kunnen worden. Want let wel, Mitnick heeft nog nooit enig financieel gewin van zijn hackeraktiviteiten ondervonden. Natuurlijk heeft hij bedrijven schade berokkend, alleen al door de maatregelen die ze moesten nemen om hun systeem tegen inbrekers zoals hij te beveiligen. Mitnick was beslist niet geïnteresseerd in dollars, maar in kennis, in de kick van het hacken. De zaken waarvan hij na zijn arrestatie werd beschuldigd zijn het in bezit hebben van 20.000 creditcardnummers en de diefstal van software. Die creditcardgegevens zwierven al maanden over Internet en het is dus onduidelijk of Mitnick die ooit zelf heeft gestolen. Maar belangrijker: er is geen enkel bewijs dat Mitnick ooit gebruik heeft gemaakt van die gegevens. Natuurlijk zijn de ontwikkelingskosten van software enorm hoog, maar ook hier geldt dat Mitnick nooit heeft gepoogd de door hem gestolen software aan concurrenten te verkopen. Goed, Mitnick heeft zijn mobiele telefoon zo gemanipuleerd dat hij gratis kon bellen. Hij las andermans e-mail. Dit zijn allemaal min of meer ernstige overtredingen, maar moet iemand daar voor jaren de gevangenis in draaien? Maar er is een andere verklaring voor de keiharde opstelling tegenover Mitnick die meer hout snijdt. Het gaat er niet om wat Kevin Mitnick gedaan heeft, maar dat hij een hacker was. En niet zo maar een hacker: de 's werelds meest gezochte hacker. Hij moest een voorbeeld zijn voor zijn collega's. Hackers worden als een gevaar gezien omdat de samenleving in toenemende mate via computernetwerken functioneert. Het boezemt angst in dat een nerdy jongen zich naar believen toegang kan verschaffen tot elk denkbaar computernetwerk. Hackers spelen in op elementaire angsten. Ze zijn onzichtbaar, ze kunnen dingen die jij en ik niet voor mogelijk houden. Het zijn hedendaagse tovenaars. We gebruiken de verworvenheden van de digitale wereld elke dag: computers, telefoons, maar begrijpen in feite niet hoe die apparaten werken. Hackers wel. Dat maakt hen machtig. En gevaarlijk. Dat is de reden waarom ze koste wat kost gestopt worden. Of ze ook daadwerkelijk schade aanrichten, dat is niet van belang.
Jeroen van Bergeijk Klopjacht (Nederlandse vertaling) |
Copyright © 1998 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie. |