|
TOY FAIR: ZONDER CHIP NIET HIP
De manshoge Pound Puppie, een bruine hond met grote flaporen, zit uitgezakt op de grond naast de ingang voor de toiletten. Met zijn grove poten trekt hij aan zijn kop en dan komt het bezwete hoofd van een mistroostig kijkend blond meisje tevoorschijn. Ze zet het masker naast zich neer en wacht tot een collega haar uit haar pluche vel helpt. Dan sjokt ze naar de wc. Het is geen pretje om speelgoed aan te prijzen op de Toy Fair, ‘s werelds grootste speelgoedbeurs die elk jaar in New York plaatsvindt. De Toy Fair is een spektakel. Naast de Pound Puppie, lopen er een levensgrote pluizige poes, een Mickey Mouse, een Pooh beer en paar Furby’s rond. Er worden sleutelhangers uitgedeeld, lichtgevende frisbees, baseball petjes, stickers en natuurlijk folders, duizenden folders. In de Toy Fair persmap zit een Media Survival Kit met nuttige tips en goedbedoelde adviezen voor journalisten die in dit circus het spoor bijster dreigen te raken. In het Javits Center - zeg maar de RAI van New York - staan honderden stands opgesteld waar de meest uiteenlopende soorten speelgoed worden aangeprezen. Dit jaar worden er maar liefst zesduizend nieuwe produkten geïntroduceerd. En dat alles met één doel: een graantje meepikken van de 20 miljard dollar die jaarlijks in de speelgoedbranche omgaat. Vandaar dat je op de Toy Fair geen kinderen ziet - sterker nog, die worden stellig de toegang geweigerd - en des te meer oudere heren met stropdassen. Wandelend langs de stands en sjieke showrooms kun je maar een conclusie trekken: als er geen chip in zit is het niet hip. De zogeheten electronic toys zijn vandaag de dag goed voor grofweg een derde van de omzet van speelgoedfabrikanten. Zowel de hit van 1997, Tickle Me Elmo (een pratende Sesam Straat pop), als de hype van afgelopen jaar, de Furby (een pratend fantasiebeest dat reageert op de omgeving), zijn electronic toys. Het verbaast dan ook niet dat menig speelgoedproducent in 1999 met ofwel een schaamteloze kopie van de Furby ofwel een weinig originele afgeleide versie komt. Softwarefabrikant Microsoft bijvoorbeeld heeft een hele lijn Teletubbies, compleet met de bekende stemmetjes en beeldscherm in de buik die ,,interactief gaan reageren op de televisie-uitzendingen". Speelgoedgigant Hasbro heeft Pooh the Bear en zijn vriendjes van stemmetjes voorzien en radiografisch bestuurbaar gemaakt. Amazing Ally van Playmates is een "virtuele vriend" die je kunt programmeren zodat ze de verjaardag van de eigenaresse onthoudt (alsof er een kind zou zijn dat zoiets zou vergeten). De Kissy-Kissy Baby doet zoals wat de naam suggereert: ze moedigt de kleine aan tot intimiteiten. Haar reakties zijn "moisture-activated" vermeldt de folder. De vraag die iedereen hier natuurlijk bezighoudt is: welk elektronisch speelgoed wordt het succesnummer van 1999? Veel vertrouwen in de flauwe Furby-imitaties lijkt men niet te hebben. Is het dan de X3 Microscope van Mattell, een digitale microscoop, feitelijk een camera, die je aan een gewone huis-tuin-en-keuken pc kunt koppelen en zo allerlei objecten op het beeldscherm kunt bekijken? Of wordt het de vernieuwde Robotics Discovery Set van Lego, waarmee kinderen een miniatuur versie van de Star Wars robot R2D2 kunnen bouwen? Wat te denken van de jojo met ingebouwde snelheidsmeter? Wordt het een computerspelletje in de vorm van een geweer met als doel onschuldige herten neer maaien? Of toch misschien de opvolger van de Tamagotchi: het Giga Monster, het virtuele huisdiertje dat je niet in leven moet houden maar juist zo snel mogelijk om zeep helpen. Een subtrend binnen het electronische speelgoed is het Internet speelgoed. Speelgoedproducenten lijken nu ook de kracht van het wereldwijde computernetwerk te hebben ontdekt. Neem de speelgoedpoppen gebaseerd op beroemde Amerikaanse worstelaars bijvoorbeeld. Je kunt de poppen laten praten door dialogen van de website van de producent te halen. Elke paar dagen moet er verse teksten voorhanden zijn. Computerbegaafde kinderen kunnen hun eigen audio files samenstellen en die naar de pop uploaden. Hasbro gaat e-mail versies uitbrengen van klassieke spelletjes als scrabble, schaken, dammen en backgammon. Kun je eindelijk met die oom in Australië een spelletje spelen. En het spel The Stone bestaat uit een speciale steen met geheime codes. Via Internet moet je op zoek naar een andere bezitter van een gelijksoortige steen. Heb je die ander, waar ook ter wereld, eenmaal gevonden dan moet je samen een serie puzzels oplossen om in aanmerking te komen voor een fikse prijzenpot. Gelukkig is het nieuwe speelgoed niet uitsluitend digitaal, interactief of virtueel. Het meest originele nieuwe speelgoed is juist verrassend low-tech. Neem bijvoorbeeld het bedrijf Rumpus dat zich specialiseert in maffe knuffelbeesten. In de buik van Gus Gutz zit een flink gat waar je je hand in kunt stoppen om er vervolgens een maag, hart, lever, longen, darmen, milt en nog zo wat vitale organen uit te vissen. Of neem SyKlops, een monsterlijke pop wiens ene oog er uit springt als je hem een stomp geeft. "Een fantastische stress-reliever", volgens de PR-dame van Rumpus. Ook leuk is zijn de I Dig Excavation Kits. De I Dig Aliens doos bestaat uit een blok zandsteen waarin vliegende schotels en glow-in-the-dark schedels van buitenaardse wezens zitten verstopt. Met een bijgeleverd beiteltje moet je het zandsteen langzaam afgraven totdat de aliens tevoorschijn komen. Naast buitenaardse wezens kun je ook naar dinosaurussen, Egyptische schatten en oermensen graven. Vermakelijk is ook het Jerry Springer bordspel, waarbij je erachter moet zien te komen welk geheim ("I had sex with my son's girlfriend", "I am a cross-dressing psychopath") je tegenspeler verborgen houdt. Zonder twijfel het meest merkwaardige speelgoed ontwaar ik in een achterafhoekje van het Javits center, verborgen tussen ouderwetse speelgoedtreintjes en miniatuurpaarden. In een fleurige verpakking liggen daar enkele German Action Figures. De serie bestaat uit Feldwebel Hans, Haupsturmführer Otto en SS-Obersturmbannführer Joachim. Ook neo-nazi’s hebben kennelijk kinderen. Jeroen van Bergeijk |
Copyright © 1998 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie. |