|
"IK ZOU OOK WEL RIJK WILLEN ZIJN" Steve Dorner, uitvinder van het e-mail programma Eudora
Soms lijkt het wel alsof de digitale
snelweg is geplaveid met succesverhalen. De Internetsoftware ontwerper
die een gat in de markt ontdekt, is binnen de kortste keren miljonair.
Die mythe is voornamelijk te danken aan de succesverhalen van
mensen als Marc Andreesen, de oprichter van Netscape, of Jerry
Yang en David Filo, de bedenkers van de website Yahoo!. Door op
het juiste moment hun startup ondernemingen naar de beurs
te brengen, slaagden ze erin voor hun dertigste multimiljonair
te worden. Maar het kan ook anders. Er zijn ontwerpers van uiterst
populaire software die daar noch beroemd noch rijk mee zijn geworden.
Steve Dorner (35) bijvoorbeeld, het brein achter het e-mail programma
Eudora, dat naar schatting wereldwijd door zo'n 18 miljoen mensen
wordt gebruikt. Tot aan eind jaren tachtig kon e-mail slechts via grote mainframe computers worden verzonden. "Die computers waren voor leken moeilijk te gebruiken en mensen weigerden simpelweg om al die vreselijke commando's uit hun hoofd te leren", vertelt Dorner. Hij dacht dat er een oplossing was. Dorner werkte in die tijd bij de afdeling Computing Services van de University of Illinois, de thuishaven van het National Center for Supercomputing en de geboorteplaats van Mosaic, de voorloper van de Internetbrowser Netscape. Binnen enkele maanden schreef hij de eerste versie van Eudora, het eerste gebruikersvriendelijke e-mail programma, dat op een simpele personal computer kon worden geïnstalleerd. Met Eudora was het versturen van e-mail geen taak meer voor computersspecialisten, maar kon iedere willekeurige pc-bezitter een electronische berichtje naar de tante in Australië sturen.
Aangezien Dorner werkte voor een
universiteit die met gemeenschapsgeld werd bekostigd, was de heersende
moraal dat alles wat uit de universiteit voortkwam tot het publieke
domein moest behoren: Eudora werd gratis weggegeven. Dat bleek
een gouden greep. Binnen enkele jaren was Eudora het meest populaire
e-mail programma ter wereld, hetgeen Dorner vanzelfsprekend met
vreugde vervulde. "Dat andere mensen jouw programma gebruiken
en er plezier aan ondervinden, daar was ik in geïnteresseerd.
Het ging mij om het oplossen van problemen, om het luisteren naar
suggesties van gebruikers, kortom om het schrijven van goede software."
Maar ondertussen kwam er geen cent binnen - sterker nog, Eudora
kostte alleen maar geld - en kreeg Dorner van zijn superieuren
te horen dat hij een prachtig programma had gemaakt en dat het
tijd werd voor een volgend project. "Ze gaven me een opdracht
waar ik niet bijster gelukkig mee was. Dat was des te vervelender
omdat ik vond dat er nog heel veel verbeterd kon worden aan Eudora."
Gelukkig had Dorner tegen die tijd contact gelegd met het bedrijf
Qualcomm dat het programma wel van zijn universiteit wilde kopen.
Eudora werd verkocht voor een bedrag "tussen de honderdduizend
en een miljoen dollar" en Dorner verhuisde mee naar Qualcomm.
Alhoewel Dorner daar de titel Vice President of Technology kreeg
toebedeeld, ontving hij voor zijn uitvinding geen enkele financiële
vergoeding. Dorner: "Al het werk aan Eudora heb ik als werknemer
verricht. Ik heb altijd een salaris gekregen, maar nooit royalty's
of iets dergelijks. Als ik maar enig vermoeden had gehad dat Eudora
zo populair zou worden en als ik minder aandacht had besteed aan
het programmeren en meer aan de zakelijke kant van de software
dan was ik nu stinkend rijk geweest. Net als - hey, ik kan het
net zo goed hardop zeggen - Marc Andreesen. Ik zou wel willen
dat ik je in de ogen kon kijken en zeggen: 'geld is niet belangrijk
voor me', maar dan zou ik liegen alsof het gedrukt stond. Net
als de meeste mensen zou ik ook wel rijk willen zijn. Maar ik
denk dat ik het niet zo graag wil als sommige andere mensen en
niet genoeg om de bijkomende risico's op de koop toe te nemen.
En dat is precies wat mij onderscheidt van mensen als Andreesen:
als je niet bereid bent de risico's te nemen, is het niet waarschijnlijk
dat je de beloning krijgt." Dat wil niet zeggen dat Dorner helemaal niets aan zijn uitvinding heeft overgehouden. Hij heeft een goede baan bij Qualcomm - waar hij nog steeds de supervisie over Eudora heeft - en door de populariteit van zijn uitvinding krijgt hij "honderden e-mails per week en dat schenkt me veel bevrediging". De meeste schrijvers blijken zeer nieuwsgierig naar de oorsprong van de naam Eudora. Dorner: "Een paar dagen voordat het programma officieel zou worden uitgebracht, herinnerde ik me een kort verhaal, 'Why I live at the Post Office'. Dat gaat over een vrouw die na een rampzalige familiereünie besluit dat ze niet meer in haar eigen huis wil wonen en bij het postkantoor waar ze werkt intrekt. In die tijd kreeg en stuurde ik zoveel e-mail dat ook ik het gevoel had ik dat ik in een postkantoor woonde. De gelijkenis met de titel van het verhaal was zo sprekend, dat ik besloot het programma naar de auteur van het verhaal, Eudora Welty, te noemen. Het was een goed klinkende naam en ik dacht dat het ook wel eens goed was om respect te betuigen aan iemand buiten de Geek World. Als ik had geweten hoe populair het programma zou worden, had ik waarschijnlijk nooit de moed gehad om het programma naar een levend mens te noemen. Ik heb nooit persoonlijk met mevrouw Welty gesproken maar ik heb gehoord dat ze het wel amusant en vleiend vindt. Dat was een hele opluchting."
De hoeveelheid vragen over de oorsprong
van de naam Eudora vallen overigens in het niet bij het aantal
reakties dat Dorner kreeg op de kleine zwarte slang die in de
eerste versies van het programma voorkwam. Wanneer de gebruiker
in zijn postbus keek of er nieuwe e-mail was, werd de afwezigheid
daarvan aangekondigd door een plaatje van een slang. Dorner: "Veel
mensen blijken bang voor slangen, zelfs voor digitale. Klagers
heb ik altijd aangeboden dat ik de slang wel zou komen vangen,
als hij iemand zou bijten. Een e-mail die me nog helder voor de
geest staat kwam van iemand die de bijbel erbij haalde en me uitlegde
dat slangen het symbool van de duivel zijn en dat hij mijn programma
niet meer zou gebruiken tenzij ik de slang zou verwijderen. Ik
heb ook een keer een heel lang college gekregen van een beledigde
slangenliefhebber. Die dacht ik dat ik een slangenhater was omdat
ik de slang gebruikte om aan te kondigen dat er geen mail is.
Maar de beste reaktie kwam van een vrouw die zei dat ze niks tegen
natuurlijke slangen had, maar dat deze wel heel 'agressief erect'
was en mijn plaatje derhalve een 'onvolwassen, macho grap.'" |
Copyright © 1998 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie. |