NRC


2000

DWARS DOOR AMERIKA, MET EINSTEINS BREIN IN DE KOFFERBAK

Stel je voor: je rijdt dwars door de Verenigde Staten met de hersens van Albert Einstein in een tupperware doos in de kofferbak. Je passagier is de patholoog-anatoom die de hersens zonder toestemming van de nabestaanden uit Einsteins schedel haalde en die nu op 84-jarige leeftijd de kleindochter van ‘s werelds beroemdste natuurkundige in Californië met een bezoekje wil verblijden. Dat klinkt als het uitgangspunt van een zwarte Hollywood komedie. Maar dat is het niet. Het is het waargebeurde verhaal van journalist Michael Paterniti die zijn cross-country reis beschreef in Driving Mr. Albert.

Tja, die hersens. Om maar met de deur in huis te vallen: het brein is in enkele honderden stukken gesneden variërend in grootte "van een dubbeltje tot een flinke kalkoenennek". Het geheel ziet eruit als "stukken kip in een gelige bouillon." Verantwoordelijk voor deze kippesoephersens is Thomas Harvey, de lijkschouwer van het tweederangs ziekenhuis in New Jersey waar Einstein in 1955 overleed. Geheel tegen de wens van de familie bewaarde Harvey Einsteins hersens. Sterker nog, hij nam ze mee naar huis, waar ze decennia lang op een plank in de garage stonden.

Al snel ontdekken we dat deze Harvey een eersteklas mafkees - en een tragische bovendien - is. Wanneer het nieuws van Einsteins hersens in de jaren vijftig uitlekt, wordt Harvey ontslagen en probeert hij zijn gezicht te redden door te beweren dat hij onderzoek wil doen naar wat hij consequent "the specimen" noemt. Maar wanneer Paterniti de patholoog-anatoom eind jaren negentig voor de eerste keer ontmoet, kan Harvey na ruim veertig jaar geen enkele concreet wetenschappelijk feitje over de hersens melden. Harvey’s leven blijkt een aaneenschakeling van mislukkingen. Zijn persoonlijke leven hangt van scheidingen en van elkaar vervreemde familieleden aan elkaar en ook zijn professionele leven is een drama. Door Einstein specialisten en het medische establishment wordt hij voor charlatan of clown uitgemaakt. Op een gegeven moment verliest hij zelfs zijn licentie om als arts te werken en slijt hij zijn dagen aan de lopende band van een fabriek waar plastic produkten wordt vervaardigd. Het lijkt wel, zo stelt Paterniti vast, alsof er een vloek rust op Einsteins brein. Enfin, zo’n personage is natuurlijk de droom van iedere non-fictie schrijver, en handenwrijvend werpt Paterniti zich dan ook op als chauffeur wanneer Harvey laat vallen dat hij met zijn geliefde tupperware doos van New Jersey naar Californië wil reizen.

Maar dan gebeurt er iets wat de schrijver niet had voorzien. Als je dagen achtereen bij elkaar in de auto zit, dan laat je vroeger of later het achterste van je tong zien. Maar Harvey blijkt niks los te willen laten over zichzelf of zijn "specimen". De auteur kan zich de haren wel uit het hoofd trekken. Hij weet de lijkschouwer weinig meer dan een langgerekt "ah well", "that would be nice" of "real good" te ontrukken. Ondanks herhaald aandringen, krijgt Paterniti tijdens de reis zelfs de hersenen niet te zien (slechts op het allerlaatste moment kan hij een blik in de tupperwaredoos werpen en dan nog alleen omdat Harvey het ding in een onbewaakt moment op de achterbank achterlaat).

Dat neemt niet weg dat de tocht een paar vrolijke momenten oplevert. Zo stopt het duo halverwege hun reis in Lawrence, Kansas waar Harvey een paar jaar naast William S. Burroughs woonde. Vanzelfsprekend dringt Paterniti aan op een bezoekje aan de voormalige buurman. De - overigens nadien overleden - schrijver blijkt een manshoge penis in de tuin te hebben staan. Voor de lunch heeft hij al vijf vodka-cola’s, alsmede zijn dagelijkse portie morfine, naar binnengeslagen en begint hij Harvey als "Dr. Senegal" aan te spreken. In een casino in Las Vegas vraagt Paterniti aan een blackjackdealer wat hij van Einstein weet, waarop het onsterfelijke antwoord volgt ''Haven't seen him in here tonight. Sorry, pal.'' Als hij ook toeristen over Einstein begint te ondervragen, wordt de journalist het casino uitgegooid.

Als gevolg van Harvey’s koppige zwijgen is Paterniti genoodzaakt zijn reisverhaal op een tamelijk geforceerde wijze aan te vullen met bekende anekdotes over Einstein, een wel zeer beknopte uitleg van diens theorieën, een portret van de man die de copyrights van Einsteins beeltenis bewaakt, een verslag van een apart bezoekje aan een Japanse Einstein kenner die de wetenschapper als een god beschouwt en loos gemijmer over zijn geliefde die thuis al dan niet op hem wacht.

Zelfs wat het hoogtepunt - en feitelijke doel - van de reis had moeten worden, namelijk een ontmoeting met Evelyn Einstein, de kleindochter van de geleerde, loopt dankzij de contactgestoorde Harvey uit op een fiasco. Nog geen half uurtje nadat het duo in het huis van Evelyn is gearriveerd, vertrekt Harvey alweer. Met medeneming van zijn "specimen" uiteraard.

Jeroen van Bergeijk

Copyright © 2000 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie.