ESQUIRE
1997
|
THE ODDFATHER (VINCENT "CHIN" GIGANTE): Gek of geniaal
Wanneer Vincent 'Chin' Gigante in een rolstoel door zijn twee zonen rechtszaal 12 van de United States Federal District Court in Brooklyn wordt binnengereden, kijkt hij als een verdwaald, angstig kind om zich heen. Hij beeft. Hij ziet bleek. Zijn grijze haren zijn in een ouderwetse vetkuif
over zijn hoofd gekamd. Voortdurend bewegen zijn lippen, maar
er komt geen geluid uit zijn mond. Eenmaal naast zijn advocaat
gezeten, staart hij met een lege blik voor zich uit. Wanneer rechter
Jack Weinstein het woord tot hem richt, reageert hij niet.
De Newyorkse tabloids noemen hem The Oddfather. Sinds het eind van de jaren zeventig kunnen bewoners van de Newyorkse wijk Greenwich Village Vincent Gigante 's nachts - gekleed in pyjama, badjas en slippers - door de straten zien zwerven. Hij urineert in het openbaar. Aangesproken door
passanten, reageert hij met onbegrijpelijk gebrabbel. FBI agenten
volgden hem ooit naar het appartement van zijn hoogbejaarde moeder
aan Hudson Street. Toen ze de woning doorzochten, troffen ze Gigante
volledig gekleed met een paraplu onder de douche staan. Zijn familie
heeft hem talloze malen in inrichtingen laten opnemen en door
psychiaters laten onderzoeken. Die concluderen dat Vincent Gigante
zijn eigen naam niet kan spellen en dat hij een IQ van rond de
zeventig heeft. Gigante gelooft niet alleen dat God direct tot
hem spreekt, hij meent ook dat De Almachtige als zijn advocaat
fungeert. Als welke autoriteit dan ook hem een vraag stelt, reageert
hij steevast met "God heeft me gezegd daar geen antwoord
op te geven." Het oordeel van de medici die hem hebben onderzocht
luidt dan ook dat Vincent Gigante leidt aan een ver gevorderde
vorm van Alzheimer en bovendien waarschijnlijk schizofreen is.
Assistent Officier van Justitie George
Stamboulidis daarentegen meent dat Gigante's gedrag een acteerprestatie
betreft waar "Marlon Brando een voorbeeld aan zou kunnen
nemen". De 69-jarige Gigante staat volgens hem aan het hoofd
van de Newyorkse Genovese maffia 'familie', de grootste en machtigste
georganiseerde misdaadgroep van de Verenigde Staten. Openbaar
ministerie en politie zijn er van overtuigd dat Gigante doet alsof
hij gek is. "Het is een crazy act om gevangenisstraf
te ontlopen, een sluwe en schaamteloze camouflage. Gigante is
in werkelijkheid een gewetenloos en invloedrijk man die er de
afgelopen decennia alles aan heeft gedaan om zijn positie als
baas van de machtigste maffiafamilie van dit land te bewaren",
aldus Stamboulidis. Na een jarenlange strijd tussen aanklagers
en verdediging over zijn fysieke en mentale gesteldheid, stond
Chin recentelijk eindelijk in Brooklyn terecht. Voert hij al jarenlang
voor de FBI een overtuigend toneelstuk op of is hij werkelijk
gestoord? Dat was de vraag waar het om draaide in The United
States versus Vincent Gigante, de grootste Amerikaanse Cosa
Nostra rechtszaak sinds John Gotti - de beroemdste maffiabaas
van de jaren tachtig - in 1992 door deze zelfde rechtbank tot
een levenslange gevangenisstraf werd veroordeeld.
Volgens de autoriteiten is Gigante de baas van een organisatie die met illegale kansspelen, drugshandel, woekerleningen, corruptie in de bouwsector en ordinaire afperserij en diefstal jaarlijks zo'n 100 miljoen dollar omzet. Niet dat je dat aan Chin afziet. Zijn dagen brengt hij door met het spelen
van eindeloze potjes pinochle in de club The Triangle op
Sullivan Street in de wijk Little Italy. Anders dan bijvoorbeeld
de flamboyante ex-baas van de Gambino familie John Gotti, vermijdt
Gigante consequent de schijnwerpers. Hij bezoekt geen nachtclubs
of restaurants, draagt geen dure kleding, gaat niet op vakantie,
rijdt niet in opzichtige auto's en logeert doorgaans in het bescheiden
appartement van zijn moeder. "Hij sluit zichzelf op in een
heel klein gebied en het is moeilijk te begrijpen welk plezier
hij heeft van het feit dat hij een maffia baas is. De enige bevrediging
lijkt hem te zitten in de pure macht die hij uitoefent",
aldus FBI-agent Ronald Goldstock.
Chin mag dan volgens Stamboulidis een groots acteur zijn, zo nu en dan lijkt hij zijn rol te vergeten. Hij is enkele malen betrapt op uitermate lucide gedrag. Zo zag Goldstock hem ooit aan de arm van een collega mompelend en strompelend een drukke straat oversteken. Op het moment dat de twee merkten
dat ze de overkant niet zonder ongelukken zouden halen, zetten
ze snel een sprintje in. Een andere agent was er getuige van hoe
Gigante in pyjama in een limousine plaatsnam, in een keurig pak
voor een restaurant uitstapte en vervolgens weer in nachtkledij
naar huis werd gereden.
Vincent Gigante haalt voor het eerst
de krantenkoppen op 29-jarige leeftijd. Begin mei 1957 verlaat
Frank Costello, het toenmalige hoofd van wat later de Genovese
familie zou gaan heten, zijn appartementencomplex aan Central
Park. In de lobby van het gebouw wordt Costello verrast door een
man die achter een pilaar vandaan stapt. De man roept "This
is for you Frank" en schiet de maffioso eenmaal in het
hoofd. Costello heeft echter geluk: de kogel schampt op zijn schedel
af. De dader is minder fortuinlijk: de portier van het gebouw
identificeert Vincent Gigante als de schutter. Gigante, die in
die tijd zijn geld verdient als bodyguard en chauffeur van gangster
Vito Genovese, wordt gearresteerd en een jaar later voor het gerecht
gebracht. Tijdens de rechtszaak kunnen plotseling portier noch
slachtoffer de verdachte identificeren. Gigante wordt vrijgesproken.
Al snel blijkt dat de aanslag is beraamd door Genovese die het
vertrouwen van de familieleden heeft gewonnen en de leiding van
het misdaadsyndicaat van Costello heeft overgenomen. Vanaf nu
heet de bende de Genovese familie, een naam in latere decennia
gehandhaafd blijft. Naast chauffeur, bodyguard en huurmoordenaar
geniet Gigante aan het eind van de jaren vijftig enige lokale
bekendheid als semi-professionele bokser. Het is in deze tijd
dat hij zijn bijnaam verwerft: de legende wil dat hij voortdurend
knock-out stoten op de kin ontvangt, vandaar Chin. Costello heeft
de leiding van de familie dan wel aan Genovese moeten overdragen,
geheel zonder macht is hij nog niet. In 1960 worden zowel Gigante
als Genovese wegens drugshandel veroordeeld. In maffiakringen
gaat het gerucht dat Costello hiervoor verantwoordelijk is. Gigante
krijgt vijf jaar, Genovese vijftien en sterft in gevangenschap.
Wanneer Gigante in 1965 vrijkomt, verhuist hij naar een voorstad
van New York, Old Tappan in de staat New Jersey. Daar wordt hij
vier jaar later opnieuw gearresteerd. Chin blijkt het voltallige
politiekorps van zijn woonplaats op de pay-roll te hebben
staan in ruil voor informatie over de FBI surveillance van zijn
huis. Als Gigante voor de rechter verschijnt doet hij voor de
eerste maal met succes een beroep op zijn slechte mentale gezondheid.
Een door de familie aangestelde psychiater constateert dat hij
schizofreen is en beveelt van harte elektroshock therapie aan.
Gigante wordt vrijgesproken. Gek of niet, volgens de FBI weet
hij langzaam maar zeker op te klimmen tot underboss, de
een na belangrijkste man binnen een maffiafamilie. Wanneer de
baas van de Genovese familie, Anthony 'Fat Tony' Salerno, in 1986
tot levenslang wordt veroordeeld, neemt Gigante de leiding over.
"Het is allemaal gelogen",
vertelt Gigante's dochter Yolanda aan iedere verslaggever die
het horen wil. Elke dag zit Yolanda - ravenzwart haar, doordringende
blik in de ogen - op de voorste rij van de publieke tribune. Onvermoeibaar
staat ze dagelijks de pers te woord, en haar verhaal is steeds
weer hetzelfde: de getuigen liegen, de overheid probeert haar
vader een loer te draaien. "Mijn vader is ernstig ziek, hij
is een paranoïde schizofreen. Hij is in zijn jeugd bokser
geweest en heeft waarschijnlijk teveel klappen op zijn hoofd gekregen.
Hij is nauwelijks in staat voor zichzelf te zorgen. En dan zou
hij aan het hoofd staan van een criminele organisatie? Dit een
travesty of justice." Maar de beste PR voor de onschuld
van Vincent Gigante wordt verzorgd door Chins broer: de Rooms-katholieke
priester Louis Gigante. Father G., zoals hij door zijn
volgelingen liefdevol wordt aangeduid, is een bekend en vooral
machtig vertegenwoordiger van de katholieke kerk in New York (hij
is adviseur van de plaatselijke bisschop). Met zijn spierwitte
haar en collaar is hij een opvallende dagelijkse verschijning
in de rechtszaal. "Waarom laten ze mijn broer niet met rust?
Vincent is een zieke man, die in het ziekenhuis thuishoort en
niet in gevangenis. Ik geloof dat niet dat hij een maffia boss
is en het ook nooit geweest is." Denkt Father G. dan werkelijk
dat zijn broer de onschuld zelve is? Dat hij nooit iets met de
georganiseerde misdaad te maken heeft gehad? "Hoe moet ik
dat weten? Hij heeft me er nooit iets over verteld." Father
G. is bekend geworden door zijn onvermoeibare inzet voor goede
en betaalbare huisvesting in de Bronx. In de jaren zeventig, toen
de Bronx met torenhoge misdaadcijfers, uitgebrande auto's langs
de snelweg en verkrotte woningen het internationale symbool was
van stedelijk verval, zorgde de geestelijke zo'n beetje eigenhandig
voor een heropleving van de sociale woningbouw in de geplaagde
wijk. Zijn bedrijf SEBCO bouwde in de jaren zeventig en tachtig
tientallen appartementencomplexen in de Bronx. Hij heeft in de
gemeenteraad van New York gezeten en heeft hooggeplaatste vrienden
(waaronder burgemeester Rudolph Giuliani).
Toch wordt Father G. niet door iedereen
als urban saint gezien. Sommigen noemen hem juist een mob
priest. Dat heeft in de eerste plaats te danken aan zijn veel
aangehaald uitspraak: "Ik verwerp de FBI theorie dat er een
'maffia' is, een georganiseerd misdaadnetwerk dat grotendeels
bestaat uit Amerikanen van Italiaanse afkomst." De geestelijke,
die overigens zelf nooit door de autoriteiten is beschuldigd van
banden met de maffia, blijkt niet de altruïst te zijn waarvoor
hij zo graag wordt versleten. De Newyorkse roddelpers maakt veel
ophef over de rijkdom die hij met zijn bouwactiviteiten heeft
verkregen: hij bezit een paar appartementen op Manhattan, heeft
een landgoed buiten de stad en een vakantieverblijf in Puerto
Rico. Zijn reactie is altijd dezelfde: "Mensen denken misschien
dat ik voor niks werk. Dat is hun probleem. Ik ben geen priester
die beloofd heeft zijn leven in armoede te slijten." Het
weekblad The Village Voice deed enkele jaren geleden gedurende
vier maanden onderzoek naar de handel en wandel van de priester
en stelde vast dat "zijn met gemeenschapsgeld gefinancierde
huizen gebouwd zijn door bedrijven die in eigendom zijn van hooggeplaatste
Genovese maffiosi." Al was het voor de Village Voice duidelijk
dat "Gigante's zakelijke handelingen doordrenkt zijn van
gevallen van fraude, vermenging van belangen, misrepresentatie
en misbruik van publieke middelen" zijn die beschuldigingen
nooit voor een rechtbank bewezen. Father G. komt regelmatig in
het nieuws wanneer hij weer eens de laatste sacramenten aan een
berucht maffioso heeft toegediend. "Misschien spreek ik met
dubieuze mensen. Dat is geen zonde", zei hij in interview
met Vanity Fair om er direct aan toe te voegen "Als mensen
slecht zijn, zal God met ze afrekenen." Maar het merkwaardigste
is misschien wel dat Father G ooit de rol van een aan de Cosa
Nostra gelieerde bisschop in de film The Last Rites uit
1988 vertolkte. En dat gaf niet alleen nog meer voeding aan de
geruchten dat ook Father G. niet helemaal zuiver op de graad zou
zijn, het maakte zijn overtuiging dat de Amerikaanse maffia een
idee fixe van de FBI is, er bepaald niet geloofwaardiger
op.
Volgens de FBI is de Genovese familie
enige jaren geleden de concurrerende Gambino familie in belangrijkheid
voorbijgestreefd. De organisatie bestaat tegenwoordig uit zo'n
driehonderd leden en meer dan duizend 'bondgenoten'; criminelen
die de officiële leden assisteren. Het werkgebied bestaat
uit New York en directe omgeving, New England en Californië.
Terwijl de andere maffiabazen van zijn generatie in de jaren tachtig
en negentig zijn vermoord dan wel achter de tralies beland, weet
Gigante de autoriteiten alsmaar de ontlopen. Dat komt volgens
de FBI doordat de Genovese familie van de vijf families die de
Newyorkse Cosa Nostra rijk is het best is georganiseerd. In het
hoofdkwartier van de familie, de club The Triangle, hangen overal
bordjes: "Don't talk in here" en "The enemy is
listening". De leden gebruiken code namen als "the skinny
guy" (Salerno) en "aunt Julia" (Gigante) voor
hun leiders. Andere families worden gewantrouwd en niet op de
hoogte gehouden van de structuur van de Genovese familie. In tegenstelling
tot de vier andere families - de Lucchese, Columbo, Gambino en
Bonnano - wordt de Genovese groep niet geplaagd door informanten
of overlopers. Gigante zelf is binnen zijn familie het meest voorzichtig.
Hij vermijdt ten alle tijden telefoongesprekken, die tenslotte
makkelijk kunnen worden afgeluisterd. Hij bemoeit zich niet met
de dagelijkse gang van zaken binnen zijn organisatie en de FBI
heeft dan ook tot nu toe nooit een directe relatie kunnen leggen
tussen Gigante en de misdaden van zijn onderdanen. Als de ondergeschikten
het over Gigante hebben moeten ze zijn codenaam gebruiken of naar
hun kin wijzen. De essentiële beslissingen die Gigante neemt,
worden met slechts enkele vertrouwelingen op straat besproken.
Maar na jarenlang onderzoek denkt het openbaar ministerie in 1990 dan toch eindelijk genoeg bewijs te hebben verzameld om Gigante te kunnen aanklagen. Dankzij een paar invloedrijke maffia-overlopers uit andere families en honderden uren afgeluisterde gesprekken tussen lagere Genovese maffialeden,
kan hij worden beschuldigd van het leiding geven aan een criminele
organisatie, opdracht geven tot zeven moorden, het beramen van
een (mislukte) moordaanslag op concurrent-maffiabaas John Gotti,
omkoping van de metaalwerkersvakbond en afpersing van aannemers
in de bouwsector. Zeven jaar lang weet Gigante, die ondertussen
met aanwijsbare hartproblemen kampt, de zaak dan nog te rekken
tot hij begin deze maand dan toch echt voor de rechter moet verschijnen.
De rechtszaak tegen Gigante is de
zoveelste tegenslag die de maffia de laatste tijd heeft moeten
incasseren. Het begint er zowaar op te lijken dat Father G's stelling
dat de Amerikaanse Cosa Nostra een fabeltje is, wordt bewaarheid.
Net als in Italië en de rest van de Verenigde Staten hebben
ook in New York de autoriteiten met succes de invloed van de maffia
weten in te dammen. Tot voor enkele jaren wist iedere New Yorker
dat bepaalde, voor de stad essentiële industrieën, geheel
door de maffia werden beheerst. De afvalverwerking is misschien
wel het bekendste voorbeeld. "Geen enkele andere industrie
in New York wordt zo volledig gedomineerd door de maffia als de
vuilnisophaal", aldus het hoofd van de afdeling anti-georganiseerde
misdaad van het openbaar ministerie.
In New York is de afvalverwerking
geprivatiseerd. Enkele tientallen bedrijven halen door de hele
stad het vuilnis op. Het allergrootste deel van die bedrijven
was in handen van Genovese en Gambino maffiosi die met onderlinge
afspraken de prijzen kunstmatig hoog hielden. Tot voor kort durfde
geen enkel legitiem bedrijf de lucratieve Newyorkse vuilnismarkt
te betreden uit angst voor represailles. Toen het bedrijf BFI
dat onlangs toch probeerde kreeg de directeur het hoofd van een
hond thuisbezorgd met een briefje in de bek waarop stond "Welcome
to New York.". Het gevolg was volgens de FBI dat bedrijven
in New York zo'n veertig procent teveel voor het ophalen van hun
vuilnis betaalden. De twee maffiafamilies verdienen aan deze praktijk
elk jaar 60 tot 120 miljoen dollar. Niet verwonderlijk dus dat
het openbaar ministerie de strijd aanbond met de afvalverwerkers
van New York: vorig jaar werden de 23 meest invloedrijke vuilnisophalers
aangeklaagd en veroordeeld. Ondertussen opereren vier legitieme
afvalverwerkers in New York en zijn de prijzen significant gedaald.
Maar de afvalverwerking is maar een aspect van de jarenlange dominantie
van de maffia over het Newyorkse openbare leven.
"Het zou beter voor New York
zijn om helemaal geen Fulton Fish Market te hebben als we blijven
toestaan dat deze wordt bestuurd zoals de afgelopen veertig tot
zestig jaar het geval was", kondigde burgemeester Giuliani
aan voordat hij vorig jaar de grootste vismarkt van de stad van
maffia invloed ontdeed. Het laden en lossen op de markt was decennialang
het exclusieve domein van de Genovese familie en Giuliani besloot
dan ook dat het hoog tijd was dat daaraan een einde aan kwam "Wij
zullen ervoor zorgen dat de werknemers van de markt geen connecties
hebben de georganiseerde misdaad, niet corruptie zijn of mensen
afpersen die hier zaken doen." Ondanks wilde stakingen, sabotage
aktes en zelfs brandstichting die zorgden voor een wekenlange
chaos op de markt, hield de burgemeester voet bij stuk. En de
ultieme klap in het gezicht van de Cosa Nostra kwam toen Giuliani
twee weken voor het grootste straatfeest van de stad, The Feast
of San Gennaro in Little Italy meldde dat "er dit geen festival
zal komen tenzij er een onafhankelijke toezichthouder komt die
de financiële transacties van het festival overziet. Ik zal
niet tolereren dat de georganiseerde misdaad het stadsbestuur
noch de standhouders oplicht." Het festival werd al jaren
beheerst door maffiosi die de opbrengsten, die officieel naar
de liefdadigheid gingen, in eigen zak staken. Een van de hoogtepunten
van het festival is het vastprikken van dollarbiljetten op het
beeld van San Gennaro. De pastoor van de Most Precious Blood Church
kondigde vol trots aan dat dit jaar dat geld naar zijn kerk zou
gaan. Op de vraag waar dat geld dan alle voorgaande jaren was
gebleven antwoordde hij met "Ik heb geen flauw idee."
Een organisator meldde echter "dat mensen denken dat we hier
een fortuin verdienen, maar geloof me er zit niet veel geld in
geroosterde worstjes en uien." Slechts enkele dagen voor
aanvang van het festival ging de leiding morrend akkoord met de
voorwaarden van de burgemeester.
Het gevolg van deze succesvolle
politieacties is dat de maffia uit de meeste legale bedrijfstakken
is verdreven en ze haar heil heeft moeten zoeken in oude vertrouwde
illegale moneymakers als woekerleningen en gokspelen. Tel
daar nog bij op de tientallen veroordelingen van hooggeplaatste
maffiosi en je kunt constateren dat de Cosa Nostra in New York
op zijn minst veel macht heeft verloren, en op zijn best "op
sterven na dood is", zoals een openbaar aanklager onlangs
beweerde.
De situatie waarin de Gambino familie
zich bevindt is veelzeggend. Nadat John Gotti tot levenslang was
veroordeeld, probeerde hij enige tijd vanuit de gevangenis zijn
familie te leiden. Toen duidelijk werd dat zulks geen structurele
oplossing bood, werd een nieuwe baas gekozen die prompt werd aangeklaagd
en veroordeeld. Vervolgens benoemde Gotti zijn zoon John Gotti
r. tot familiehoofd, maar geen van de Gambino maffiosi wil die
beslissing accepteren. Junior is een schertsfiguur, zegt zelfs
de FBI. Gotti is een ronduit domme flapuit, die voortdurend door
de Newyorkse tabloids voor gek wordt gezet. Zo stond hij vorig
jaar een week lang op de voorpagina van The New York Post omdat
hij er in geslaagd was enkele tientallen Tickle Me Elmo's, een
populair en moeilijk verkrijgbaar kerstcadeautje, te bemachtigen.
Een hele prestatie voor de baas van wat ooit de machtigste georganiseerde
misdaadgroep van de Verenigde Staten was. Het verbaast dan ook
niet dat de Gambino maffiosi tegenwoordig hun eigen gang gaan
en zich weinig meer aan de familie gelegen laten liggen. De problemen
van de Gambino familie zijn exemplarisch voor de overige families.
Elke nieuwe "boss" kan er zeker van zijn dat de FBI
hem dag en nacht in de gaten zal houden en vroeger of later met
een aanklacht voor de deur zal staan. De meeste maffiosi voelen
dus niet veel voor de functie van familiehoofd. Maar zonder machtige
leider is een maffiafamilie ten dode opgeschreven.
Het proces tegen Vincent Gigante
is drie weken oud. Uren voor aanvang staan er al mensen te wachten
voor de ingang van rechtszaal 12. Om negen uur beslaat de rij
belangstellenden de gehele gang van de zesde verdieping van het
rechtsgebouw. Rechtenstudenten, advocaten, rechtbankpersoneel
en natuurlijk de altijd aanwezige court buffs (veelal gepensioneerden
die hun dagen slijten met het aflopen van uiteenlopende rechtszaken),
allemaal willen ze een glimp opvangen van de man die algemeen
als de belangrijkste getuige in deze zaak wordt gezien: Salvatore
'Sammy The Bull' Gravano. "Laat me geen bad guy worden",
roept een van de agenten die de dringende menigte in bedwang moet
houden. "Er zitten al genoeg bad guys daarbinnen."
Er zijn in The United States
versus Vincent Gigante al heel wat schilderachtige getuigen
gepasseerd, met klinkende namen als Vincent 'The Fish' Cafaro,
Alphonse 'Little Al' D'Arco en Peter 'Big Pete' Chiodo (een 200
kilo zware kolos die in 1991 dankzij zijn lichaamsvet twaalf schotwonden
overleefde). Maar echt overtuigend zijn de verhalen van deze verklikkers
niet. Allemaal hebben ze informatie over de verdachte uit tweede
of derde hand. Tot nu toe hebben de aanklagers dan ook de grootste
moeite direct verband te leggen tussen Gigante en de misdaden
waarvan hij wordt beschuldigd. Maar met Sammy the Bull moeten
de twijfels rond de geestelijke gesteldheid van Chin eindelijk
de wereld worden uitgeholpen. Gravano is zonder twijfel de star
witness van dit proces. Hij is momenteel 's lands bekendste
maffia overloper, hetgeen hij te danken heeft aan het boek dat
Peter Maas recentelijk over en met hem schreef. "Underboss,
Sammy The Bull Gravano's Story of Life in the Mafia" staat
al weken op de bestsellerlijst van The New York Times. De onderhandelingen
over de filmrechten zijn in volle gang. In het boek doet Gravano
uit de doeken hoe hij als jochie in South Brooklyn temidden van
maffiosi opgroeit, langzaam zijn eerste stappen op het criminele
pad zet, officieel tot Cosa Nostra lid wordt beëdigd, zich
uiteindelijk opwerkt tot underboss van de Gambino familie
en en passant 19 mensen om zeep helpt. Als hij in 1990
samen met zijn baas John Gotti wordt gearresteerd, biedt hij aan
om met de FBI samen te werken (naar eigen zeggen omdat Gotti hem
voor diens misdaden wil laten opdraaien). Vooral dankzij Gravano's
vernietigende getuigenis belandt Gotti - samen met tientallen
andere maffiosi - begin jaren negentig achter de tralies. En nu
mag Gravano, die een gevangenisstraf van vijf jaar heeft uitgezeten,
dan nog een keer opdraven om belastende verklaringen over Vincent
Gigante af te leggen.
De gedrongen Gravano, die er op foto's
uitziet als slecht geklede ausputzer, blijkt een metamorfose te
hebben ondergaan. Hij gaat gekleed in een modieus double-breasted
kostuum, plastische chirurgie heeft zijn uit de klei getrokken
kop verfijndere trekken gegeven. En zijn brilletje met smal ijzeren
montuur geeft hem het aanzien van een intellectueel. Slechts zijn
zware Brooklynse accent verraadt zijn achtergrond. In zijn functie
als underboss van de Gambino familie woonde Gravano aan het eind
van de jaren tachtig een vergaderingen van The Commission (het
overkoepelende orgaan van de vijf maffia families van New York)
bij. "De Chin was in een klote humeur. Hij zei dat Commission
vergaderingen alleen over belangrijke familiezaken zouden moeten
gaan, niet over alledaagse problemen. Die moesten door de capo's
worden afgehandeld of indien nodig door familiehoofden, maar nooit
op commission-niveau besproken. Chin zei: 'Waarom zitten we hier
godverdomme over bullshit te praten. Wat gebeurt er als we op
dit moment worden afgeluisterd? Commission vergaderingen zijn
bedoeld om te beslissen over wie leeft en sterft, om een oorlog
tussen families te voorkomen' Volgens mij had Chin helemaal gelijk.
He didn't sound crazy to me." Op de tafel van de verdediging
staan de stille getuigen van Gravano's lange geschiedenis als
maffia overloper: twaalf dikke ordners met verslagen van vorige
rechtbankgetuigenissen, respectievelijk getiteld "Gravano
Book 1" tot en met "Gravano Book 12". Het verbaast
dan ook niet dat Sammy The Bull enigszins verveeld en blasé
overkomt. Het is duidelijk dat hij zijn verhalen over de Cosa
Nostra al talloze malen eerder heeft verteld. "Niemand probeerde
Chin een loer te draaien. Hij was absoluut degene die de familie
onder controle had. Het vreemde was dat hij absoluut niet in geld
leek geïnteresseerd. Hij nam geen geld aan van zijn capo's,
terwijl alle andere bazen dat wel deden. Ik denk dat hij niet
wilde dat iemand hem ooit kon beschuldigen en beweren: 'Ik heb
Chin geld gegeven.' Hij had al meer dan hij ooit kon opmaken en
had de grootste problemen het ergens te verbergen. Maar het was
zo duidelijk als wat dat hij de baas van de Genovese's was."
En om het voor de jury nog duidelijker
te maken vraagt assistent officier van justitie Stamboulidis Gravano
of deze ooit zaken met Gigante zou hebben gedaan als hij dacht
Chin gestoord was. "Nee natuurlijk niet. Als ik dacht dat
hij gek was, hoe had ik dan moeten weten wat hij vervolgens ging
doen? Voor hetzelfde geld had hij onmiddellijk naar een politiebureau
kunnen lopen?" De in een rolstoel gezeten Gigante ondertussen
lijkt zich absoluut niet bewust van wat er zich om hem heen afspeelt.
"Ziet u hier vandaag de man die u omschrijft als de baas
van de Genovese misdaadfamilie?", vraagt Stamboulidis aan
Gravano. "Zie ik hem? Uh
Ja. That's him", zegt
Sammy the Bull en wijst naar Gigante. Het dramatische moment laat
Chin geheel koud. Gigante reageert hetzelfde als in voorgaande
dagen: hij staart voor zich uit en begint maar weer eens aan een
geluidloze conversatie met zichzelf.
Een paar dagen later heeft Stamboulidis
al zijn bewijs aan de jury de gepresenteerd. Nu is het de beurt
aan Gigante's advocaten. Tot ieders stomme verbazing introduceert
advocaat Michael Marinaccio geen enkel nieuw bewijs en roept geen
enkele getuige op. Hij is ervan overtuigd dat de "niet bevestigde
getuigenissen van psychopathische moordenaars" de jury niet
zullen overtuigen en dat de aanklagers er niet in zijn geslaagd
"voldoende betrouwbaar en verifieerbaar bewijs van schuld"
te presenteren. De jury heeft vervolgens vier dagen nodig om tot
een oordeel te komen. De rechter leest stuk voor de stuk het tiental
aanklachten voor. Na de eerste klinkt het op de vraag "How
does the jury find the defendant?" direct "Guilty".
Gigante's dochter begint te huilen, de overige familieleden praten
verward door elkaar heen. Uiteindelijk wordt Vincent Gigante schuldig
bevonden een poging tot moord op John Gotti en afpersing in de
bouwsektor en vrijgesproken van het opdracht geven tot liquidatie
van collega maffiosi en omkoperij van de metaalwerkersvakbond.
Rechter Weinstein veroordeelt Vincent Gigante tot twintig jaar
cel. Assistent Officier van Justitie Stamboulidis verklaart na
de uitspraak triomfantelijk dat het nu voor eens en voor altijd
duidelijk is dat Gigante niet geestelijk ziek is. "Zijn criminele
poppenkast is voorbij".
De FBI ondertussen richt zijn
aandacht op Dominick V. Cirillo, die ervan verdacht wordt Vincent
'Chin' Gigante inmiddels te hebben opgevolgd als baas van de Genovese
maffiafamilie.
Jeroen van Bergeijk
|
|
Copyright © 1998 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie. |