Jan Kuitenbrouwer doet in zijn column in Trouw een tikkeltje laatdunkend over een artikel over tv-serie The Wire dat ik schreef voor HP/De Tijd (helaas niet online).
Jan schrijft:
“Superlatieven schieten de auteur te kort, The Wire gaat niet alleen over cops and robbers, nee, het moderne grotestadsleven als geheel, in zijn volle breedte, vormt het onderwerp, en daardoor transcendeert de serie zijn genre en kan zich meten met het werk van literaire grootheden als Dickens, Balzac en Shakespeare. Het is een typische journalistieke denkfout om wanneer tussen twee dingen een overeenkomst bestaat, die beide dingen ook meteen tot elkaars gelijke uit te roepen […]”
Ik vind dat Jan hier nogal uit de bocht schiet.
Het dunkt mij dat als iemand zich in deze bezondigd aan een klassieke journalistieke denkfout het Jan wel is: namelijk iemand woorden in de mond leggen. Want ik vergelijk The Wire helemaal niet met Dickens, Balzac en Shakespeare. Ik vermeld alleen de journalistiek relevantie informatie dat de serie met deze schrijvers is vergeleken. Door anderen. En bovendien is vergelijken echt iets anders dan aan elkaar gelijkstellen. Jan zou als geen ander moeten weten dat de vergelijking een effectief journalistiek en literair stijlmiddel is.
Kijk, dat vind ik nou gemakzuchtige ‘journalistiek’. Iemands woorden misbruiken om zelf een puntje te scoren.