Dit weekend verscheen in de Volkskrant mijn reportage over mijn undercover avonturen als verkeersregelaar:
Op mijn eerste werkdag als verkeersregelaar sta ik op het kruispunt voor het Scheepvaartmuseum in Amsterdam. De straat wordt daar heringericht en het fietspad is tijdelijk opgebroken. Aan mij de taak om fietsers daarvoor te waarschuwen en tot afstappen te manen.
‘Goeiemorgen meneer!’
‘Dankzij u kunnen we er weer veilig langs.’
‘Wat wordt het hier mooi hè.’
En zo gaat het de hele dag door. Mensen zwaaien, glimlachen, steken hun duim omhoog. Dit is niet wat ik had verwacht.
Een paar dagen later is het Koningsdag en sta ik bij de zij-ingang van het Westerpark. Vanwege een festival moet ik alle fietsers tegenhouden en naar een verderop gelegen stalling doorverwijzen. Gedurende de dag krijg ik biertjes toegestopt, joints aangereikt en ballonnetjes lachgas aangeboden. ‘Sexy pakje hoor meneer’, roept een meisje. ‘U heeft echt een toffe baan’, zegt een ander.
Natuurlijk, ik word ook straal genegeerd en iemand snauwt me toe: ‘Ga jij effe lekker ergens anders in de weg staan klootzak.’ Maar toch. Het lijkt alsof de overgrote meerderheid van de Amsterdammers daadwerkelijk leeft naar de afscheidswoorden van oud-burgemeester Eberhard van der Laan: ‘Wees lief voor elkaar en voor de stad.’
Nee, dit was helemaal niet wat ik had verwacht.
update:
Ik mocht over de totstandkoming van het verhaal vertellen bij het Volkskrantgeluid en bij De Wild in de Middag.