Al jaren vertelt muzikant Nick Cave in zo’n beetje elk interview dat hij een standbeeld voor zichzelf wil oprichten in zijn Australische geboorteplaats Warracknabeal (340 km ten noordwesten van Melbourne, bevolking: 2500 zielen). Het vergulde standbeeld zou de muzikant in halfnaakte toestand bovenop een steigerend paard moeten uitbeelden. Cave heeft zijn ‘maatjes’ Russel Crowe, Snoop Dogg, Mike Tyson en Kylie Minogue reeds bereid gevonden de inhuldiging van het standbeeld bij te wonen. En een plekje heeft Cave voor zijn standbeeld ook al bedacht: middenin het dorp op de rotonde voor het postkantoor. Probleem is alleen dat die plek momenteel wordt opgesierd door een door de plaatselijke Rotary gesponsorde sculptuur van zes schapen en een herdershond.
Ogenschijnlijk kan Warracknabeal wel een trekpleister gebruiken. Landschappelijk heeft het dorp weinig te bieden: de eentonige omgeving wordt gedomineerd graanvelden tot zover het oog reikt. Een soort Oost-Groningen in het kwadraat. Als hoogtepunten noemt de toeristische brochure van het dorp een droge rivierbedding, een picknickplek met gratis gebruik van barbecues en het Agricultural Machinery Museum. Een standbeeld van de muzikant zou het dorp aandacht opleveren, maar in Warracknabeal is niet iedereen ingenomen met Nick Cave. Sterker, waar in elk Australisch gehucht de meest triviale gebeurtenis uit de korte nationale geschiedenis met een gedenkplaat wordt herdacht, daar lijkt Warracknabeal geen enkele behoefte te hebben haar beroemdste inwoner te eren. Geen “Birthplace of Nick Cave”-bordje bij de ingang van het dorp, geen Nick Cave cd’s te koop in het toeristenbureau, geen Nick Cave wandelroute.
Boven de bar van de plaatselijke pub hangt een A4’tje waarop met viltstift is gekalkt: Time is never wasted, if you’re wasted all the time. Jake, een geboren en getogen Warracknabealer, leeft klaarblijkelijk naar dat motto. Met dubbele tong staat hij me te woord. ,,Als ze Nick Cave een standbeeld geven, dan kunnen ze mij er godverdomme ook wel een geven”, mompelt hij. ,,Wat heeft hij ooit voor ons gedaan?” Tess, de bardame, daarentegen kan zich wel vinden in Cave’s plannen. “Ik vind het wel cool, dan gebeurt er hier tenminste es wat.” Weet ze misschien iets meer over het standbeeld? Of waar het geboortehuis van Cave zich bevindt? ,,Nee, daar kan ik je niet mee helpen mate.”
Als ik de volgende dag het piepkleine toeristenbureau, ingeklemd tussen een paar stinkende openbare toiletten en de dienstingang van een supermarkt, binnenwandel, schrikt de dame achter de balie uit haar middagdutje wakker. Ook zij weet niks te vertellen over de eerste jaren van zijn leven die Cave hier spendeerde. “Waarom bezoekt u het Agricultural Machinery Museum niet?” Als ik aanhoud zegt ze: ,,Probeer het eens bij de kringloopwinkel. Die dames daar weten alles van de geschiedenis van Warracknabeal.”
In de kringloopwinkel, tegenover de rotonde waar het Cave standbeeld zou moeten verrijzen, zijn de schappen gevuld met vergeelde koekblikken, honderden borrelglaasjes en rafelige paperbacks. “Onze burgemeester had wel oren naar de plannen van meneer Cave” vertelt de allervriendelijkste bejaarde dame achter de kassa. “Maar de gemeenteraad wilde er geen cent voor betalen. Daarna hebben we niks meer van het standbeeld vernomen. Bovendien…”, voegt ze er aarzelend aan toen. ,,…wilde niemand ons schapen standbeeld kwijt.” Na met een paar vriendinnen te hebben overlegd, overhandigt de vrouw me een papiertje met het adres van Nick Cave’s geboortehuis. Na vijf minuten sta ik voor de bescheiden bungalow, die een verlaten indruk maakt. Er zit aluminiumfolie tegen de ramen geplakt. Het gras is al in geen tijden gemaaid.
Uiteraard staat er geen Nick Cave-werd-hier-geboren-bordje in de tuin.
Eerder gepubliceerd op de achterpagina van NRC Handelsblad
Goedendag,
Ik ben vlak bij Warrackabeal. Ik ben al 30 jaar fan van Nick en zou graag een kijkje nemen bij zijn geboorte woning
Zou je mij het adres willen mailen
Mijn dank is bijzonder groot
Groet Gerie Mienes