VPRO-GIDS


1997

MICHAEL MOORE (ROGER AND ME - TV NATION):
"Linkse mensen in Amerika preken uitsluitend voor eigen parochie"

Als Michael Moore in Nederland zou wonen, zou hij ongetwijfeld op de Partij van de Arbeid stemmen, lid zijn van de FNV en een seizoenkaart voor de plaatselijk voetbalclub hebben. Hij is misschien wel de enige vertegenwoordiger van de 'arbeidersklasse' op de Amerikaanse televisie. Moore komt over als een man zonder pretenties. Zijn enorme lijf gaat steevast gehuld in gymschoenen, een slobberende spijkerbroek en dito geblokt overhemd. De baseball cap lijkt aan zijn breedlachende hoofd vastgegroeid. Hij ziet er kortom uit als de vleesgeworden 'gewone' Amerikaan, die je geen groter plezier kunt doen dan met een Coca Cola, een hotdog en een basketballwedstrijd op televisie.

Michael Moore groeide op in Flint, Michigan. Die stad werd jarenlang gedomineerd door één enkele onderneming: het automobielbedrijf General Motors. Moore publiceerde in Flint tien jaar zijn eigen alternatieve krant, voordat hij in 1989 de tragi-komische documentaire Roger and Me maakte. Daarin schetst hij een beeld van de verwoestende gevolgen van de massa- ontslagen bij General Motors. Moore probeert tevergeefs de topman van General Motors, Roger Smith, over te halen een kijkje te nemen in de stad die zijn bedrijf groot had gemaakt. Maar waar Moore ook verschijnt, hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Ondertussen rolt de laatste auto van de lopende band zonder dat dat gefilmd mag worden, worden op kerstavond voormalige employées van General Motors hun huis uitgezet en probeert de gemeenteraad van Flint de vervallen stad tot toeristische trekpleister om te toveren. Het met Moore's spaarcenten geproduceerde Roger and Me was een enorm succes: de film groeide uit tot de meest - in financiële zin - succesvolle Amerikaanse documentaire aller tijden. TV Nation zou je kunnen omschrijven als een voortzetting van Roger and Me. Op humoristische wijze neemt Moore in het televisie-programma allerhande Amerikaanse instituties en taboes op de korrel en stelt misstanden aan de kaak. Met zijn schooljongens charme, naïeve hondenblik en doe-maar-gewoon- dan-doe-je-al-gek-genoeg uitstraling weet Moore overal binnen te komen en zijn grootste tegenstanders aan de praat te krijgen: Of het nu de vrouwen van Republikeinse senatoren op schietles zijn, sponsors van Newt Gingrich tijdens een barbecue, of de burgemeester van New York die zojuist een belastingverlichting heeft gegeven aan een bedrijf dat honderden werknemers op straat zet. TV-Nation wordt vanaf deze week door de VPRO uitgezonden. Hoog tijd voor een gesprek dus.

Vol goede moed benaderde ik drie weken geleden Moore's produktiekantoor. Iedereen die ook maar iets betekent in de Amerikaanse amusementswereld heeft zijn eigen agent wiens taak eruit bestaat de beroemdheid af te schermen van de buitenwereld. De doorsnee agent heeft de grootste moeite zijn of haar minachting voor een journalist uit een onbetekenend landje als Nederland te verbergen. Michael Moore heeft geen agent. De man heeft geen sterallures, zo lijkt het. Zo moeilijk zou het dus niet moeten zijn 'de gewone man' Moore in zijn New Yorkse kantoor te spreken te krijgen.

Mijn interviewaanvraag wordt door een van Moore's medewerkers welwillend aangehoord. Ik hoor het wel wanneer Michael me te woord kan staan. Na een paar dagen stuur ik nog maar eens een fax en weer een paar dagen later neem ik wederom contact op. "Nou, we hebben nog geen beslissing genomen, maar ik bel u zodra ik iets weet", meldt de secretaresse. Na anderhalve week vraag ik beleefd doch dringend om een antwoord. "Meneer we hebben goed nieuws, Michael wil u beslist te woord staan. Ik bel u wel terug met de details", weet de produktieassistent. Tevreden hang ik op. Een paar dagen later informeer ik wanneer het grote Michael interview mag gaan plaatsvinden. "Oh, u wilt een interview met Michael? Maar dat gaat echt niet hoor, Michael heeft het ontzettend druk. Het is hier echt een gekkenhuis", verklapt weer een andere opgewekte assistente. Maar uw collega heeft gezegd dat het allemaal geregeld zou worden, probeer ik nog. Ze heeft de hoorn al op de haak gegooid. Scènes uit Roger and Me komen plotseling in mijn hoofd bovendrijven: hoe Michael Moore eindeloos probeert Roger Smith te spreken te krijgen. Hij belt, stuurt faxen, en gaat tenslotte dan maar zonder afspraak naar het hoofdkwartier van General Motors. Zal ik dan ook maar bij Moore's produktiemaatschappij voor de deur gaan liggen? Ondertussen lees ik Moore's boek 'Downsize This'. Downsizing betekent zoiets als afslanken, oftewel bezuinigen, oftewel massa ontslagen. 'Downsize This' is een soort papieren versie van TV Nation: dezelfde onderwerpen komen zowel in televisieprogramma als boek aan bod. Ook in 'Downsize This' maakt Moore zich boos over Amerika's grootste corporaties die duizenden werknemers op straat zetten terwijl er tegelijkertijd miljarden dollars winst worden gemaakt. Hij laat zien hoe het Amerikaanse politieke systeem van lobbyisten aan elkaar hangt, hij toont aan dat politici geen enkele moeite hebben met het accepteren van donaties van verwerpelijke groeperingen (Pat Buchanan neemt geld aan van een fanclub van een seriemoordenaar). Naast een intelligente criticus van de Amerikaanse maatschappij, is Moore ook een populist van jewelste: met goedkope argumenten probeert hij de lezer te overtuigen dat het vrije handelsverdrag tussen Amerika, Mexico en Canada misdadig is en probeert hij door een onsmakelijke fotoserie overeenkomsten te leggen tussen de Oklahoma aanslag en massale bezuinigingen.

Geïnspireerd door Moore's "brutale" en "in-your-face" en "take-no-prisoners" houding in 'Downsize This', bel ik de volgende dag voor de zoveelste keer naar zijn kantoor. Het telefoonnummer ken ik inmiddels uit mijn hoofd. "Ik heb goed nieuws voor u meneer, Michael kan overmorgen met u spreken". Oh, maar dat is geweldig. En waar zullen we dan afspreken, zeg ik om maar direct spijkers met koppen te slaan. "Nou ehh, Michael kan een kwartiertje voor u vrij maken, maar het is wel een phoner." Een wat? "Een phoner, u weet wel, over de telefoon." Ik sputter nog wat tegen, maar stem uiteindelijk dan maar toe in een telefonisch interview. "U wordt teruggebeld over de datum en tijd." Natuurlijk belt er niemand terug. Drie dagen voor de deadline van dit artikel heb ik nog niks bereikt. Ik heb ondertussen elke secretaresse, produktieassistent, producent en postkamerjongen van Moore's kantoor gesproken. Ik ben van het kastje naar de muur gestuurd, aan het lijntje gehouden, tientallen malen doorverbonden, in een onbegrijpelijke telefonische antwoordservice verdwaald geraakt en botweg voorgelogen.

Woensdag krijg ik een telefoontje: Michael belt morgen om tien uur. Donderdag: het wordt half elf, elf uur, twaalf uur. "Nee ik heb geen flauw idee waar Michael is. Oh, zou hij u bellen. Ik weet daar niks van." Donderdagavond: "Nee Michael gaat u beslist morgen bellen". Vrijdagochtend: niemand belt. Het wordt een uur, twee uur, drie uur, vier uur. De moed heb ik dan al lang opgegeven en sta op het punt het café in te duiken. "Je zit op je deadline, nietwaar", informeert Moore's personal assistant om zes uur. "Je kan hem bellen in de montagekamer." Als ik het nummer draai hoor ik zonder introductie plotseling de vertrouwde en langverwachte stem: "Antonia's Line, Soldier of Orange, The Fourth Man. What's the deal here man? Waarom is de Nederlandse cinema zo deprimerend?"

Waarom bent u zo moeilijk bereikbaar?

"Ik ben momenteel een documentaire aan het afwerken. Ik ben een gevangene in deze montagekamer. Het is een film die ik heb gemaakt tijdens de promotietour van mijn boek. Ik heb geprobeerd in kaart te brengen hoe dit land er voor staat. Ik heb gesproken met de directeuren van verschillende corporaties en met een heleboel gewone Amerikanen om er achter hoe ze hun downsized leven inrichten."

U heeft met TV Nation nogal wat problemen met de televisiestations in de Verenigde Staten gehad?

"We zijn met TV-Nation een paar keer van zender veranderd. Het eerste seizoen werd door NBC uitgezonden, het volgende jaar zijn we bij Fox terechtgekomen. Vorig jaar, tijdens de verkiezingen, wilde niemand ons uitzenden. Momenteel zijn we bezig met een serie afleveringen die geheel door de BBC en andere Europese televisiezenders wordt gefinancierd."

Dus de verkiezingen zijn er de oorzaak van dat u niet meer in Amerika te zien bent?

"Ik heb oneindig veel discussies gehad met de leiding van de verschillende Amerikaanse televisiezenders. Deze mensen waren vreselijk benauwd om tijdens de verkiezingen TV-Nation uit te zenden. Ik sta voor zaken die zij verafschuwen. Ze zijn erg bang dat adverteerders zich terugtrekken."

Voelt u zich alleen binnen de Amerikaanse media?

"Ja. Er is niemand die ook maar iets doet dat lijkt op wat ik doe. Maar de ironie is dat wat ik laat zien, en wat ik representeer, veel meer overeenkomsten vertoont met het leven van miljoenen Amerikanen dan de meeste andere televisieprogramma's. De meerderheid van de Amerikanen is behoorlijk tolerant over zaken als abortus en gelijke rechten voor vrouwen en zwarten. Maar de Amerikaanse televisie reflecteert dat niet."

En hoe komt dat?

"Omdat de media in eigendom zijn van grote corporaties en die zijn vreselijk conservatief."

Maar die corporaties zouden toch meer geld verdienen als ze programma's zouden maken die zoveel mogelijk mensen aanspreken?

"Dat is precies de reden dat ze mij mijn programma's laten maken. Ze zijn het geheel oneens met mijn ideeën, maar ze realiseren zich dat er miljoenen mensen zijn die er net zo over denken als ik. En ze kunnen geld aan die mensen verdienen door mij programma's te laten maken."

Zijn er ooit uitzendingen geschrapt?

"Ja, we hebben ooit een programma gemaakt over een man die dokters die abortussen verrichten wilde vermoorden. En dat niet alleen, hij geloofde ook in de noodzaak van het elimineren van de president en het Hooggerechtshof. Toen de adverteerders het programma zagen, trokken ze zich allemaal terug. Niemand wilde daarmee geassocieerd worden en dus werd het geannuleerd. Alles wat te maken heeft met seks, abortus, homoseksualiteit, condooms, daar willen de televisiebazen liever niets over horen of zien."

Haten ze u?

"Nee, het is niet persoonlijk. Deze mensen hebben geen gevoelens of politieke voorkeur zoals jij en ik. Er is een bottom line. En dat is geld. Alles draait om geld."

Wat wilt u met TV-Nation bereiken?

"Ik probeer humor te combineren met politiek engagement. Het is een documentair programma, maar met een mening. Ik wil het niet iedereen naar de zin maken. Ik vertel ronduit wat ik geloof en de kijker moet dan maar zien wat hij of zij ervan vindt. En dat is zeer uniek in de Amerikaanse media omdat iedereen altijd zijn uiterste best doet om objectief te zijn. Niemand heeft een mening. Mijn mening is gevormd door de plaats waar ik ben geboren, Flint Michigan. Dat is de geboortestad van de grootste corporatie van de wereld. En mijn politieke ideeën zijn gevormd doordat ik ben opgegroeid in de schaduw van die onderneming.
Ik wil mensen iets bijbrengen. Alleen gebruik ik humor in plaats de ernst en somberheid die bijvoorbeeld de Nederlanders in hun zware documentaire zouden hanteren. Maar ik wil mensen niet in de eerste plaats onderwijzen, ik wil dat ze van hun reet komen en iets doen. Ze moeten hun situatie veranderen. Ik wil dat ze kwaad worden als ze naar TV Nation kijken en hun leven en de maatschappij anders gaan organiseren."

En slaagt u daarin?

"We krijgen ontzettend veel post naar aanleiding van onze programma's. Mensen die zeggen dat ze op de Republikeinen hebben gestemd, maar daar anders over zijn gaan denken. Mensen die hun werkomgeving hebben aangepakt. Het programma zet een hoop mensen aan om over bepaalde ontwikkelingen na te denken. Kortom, ik heb mijn eigen kleine deuk in het systeem gemaakt."

Waarom zouden niet-Amerikanen naar TV Nation kijken?

"Om te lachen om die belachelijke Amerikanen! Nee, het programma gaat niet alleen over Amerika, het behandelt onderwerpen die ook in Europa spelen. Ik hoop dat mensen in Nederland hun eigen situatie herkennen en daarin verandering brengen. Ook bij jullie heb je zaken als racisme en grote ondernemingen die duizenden mensen ontslaan."

Wat vindt u zelf de meest geslaagde uitzendingen van TV Nation?

"We zijn ooit met een Mariachi-band naar een optocht van de Ku Klux Klan geweest en hebben we het voor elkaar gekegen ze helemaal te overstemmen met Mexicaanse liefdesliedjes. We hebben ooit een 'slechts voor blanken' strand in Greenwich, Connecticut met zwarten overspoeld. Je mag daar in Greenwich alleen zonnebaden als je inwoner bent. En natuurlijk is het een geheel blanke gemeenschap. We hebben een boot gehuurd en hebben een soort invasie van niet-blanken op dat strand verzorgd."

Hoe moeilijk is het om een programma als TV Nation in Amerika geproduceerd te krijgen?

"Vreselijk moeilijk. Het is vooral lastig om medewerkers te vinden die en politiek geëngageerd zijn en gevoel voor humor hebben. De meeste politiek bewuste mensen zijn vreselijk saai, en de meeste grappige mensen kan het geen ruk schelen wat er in de wereld gebeurt. En ik wil geen mensen hebben die alleen maar voor mij werken omdat het wel goed staat op hun curriculum vitae. Ik vertel iedereen altijd onmiddellijk dat ze dit moeten zien als hun laatste baan in de showbusiness. Ik wil niet dat ze de gat van de een of andere hoge pief van een televiezender likken.

Wat vindt u van de linkse beweging in Amerika?

Welke linkse beweging? Die bestaat niet. Al die lui uit de jaren zestig, waar zijn ze gebleven? Ik ben erg teleurgesteld over wat er met dit land is gebeurd. De Amerikaanse droom zoals ik die definieer was dat als je hard werkte en het bedrijf waarvoor je werkte het goed deed, dan had jij een goed leven. Nu is er alleen nog de Amerikaanse nachtmerrie: Als je hard werkt, en het bedrijf waarvoor je werkt doet het goed, word je ontslagen. Linkse mensen in Amerika preken uitsluitend voor eigen parochie. Ze mengen zich niet onder gewone Amerikanen: ze gaan niet naar stockcar races. Ze proberen niemand te bereiken of te overtuigen. Ze maken serieuze documentaires, maar dat is niet mijn stijl. Ik probeer mensen te laten nadenken met behulp van humor. En volgens mij is dat veel effectiever."

En dan na vijftien minuten moet Michael even een telefoontje op een andere lijn aannemen. Als hij weer terugkomt is het "Fijn met je gesproken te hebben. I gotta go."

Jeroen van Bergeijk

Copyright © 1998 Jeroen van Bergeijk. All rights reserved. Alle rechten voorbehouden. Dit document mag niet verder worden verspreid en verveelvoudigd zonder schriftelijke toestemming van de auteur. Dit document kan verschillen van de gepubliceerde versie.